Automatische schorsing geldigheid rijbewijs bij alcoholslotprogramma na onderzoek onvoldoende gemotiveerd

Geplaatst op: 12 juli 2014

De Regeling maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 bepaalt dat na geschiktverklaring in het kader van het onderzoek naar de rijgeschiktheid het CBR een alcoholslotprogramma kan opleggen aan de betrokkene. Toch zien we in de jurisprudentie dat dit niet altijd automatisch het gevolg moet zijn. In de uitspraak van 24 oktober 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BY8649, heeft de rechtbank geoordeeld dat het CBR niiet rechtmatig heeft gehandeld door de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs van eiseres bij het bestreden besluit in stand te laten, nu niet daadwerkelijk is vastgesteld dat eiseres onder invloed van alcohol een motorrijtuig heeft bestuur; eiseres is vrijgesproken van het haar ten laste gelegde rijden onder invloed, en de psychiater geen alcoholprobleem bij eiseres heeft kunnen vaststellen. Het bestreden besluit werd dan ook  vernietigd wegens strijd met het motiveringsbeginsel.

Lees meer >


Recht op volledige proceskostenvergoeding indien CBR beschikking geeft waarvan duidelijk is dat die geen stand houdt

Geplaatst op: 12 juli 2014

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad (o.a. de uitspraak van 13 april 2007, LJN BA2802) wordt afgeweken van de forfaitaire bedragen, indien het bestuursorgaan een beschikking geeft, terwijl duidelijk is dat die beschikking geen stand zal houden.

Dit verweer werd ook gevoerd in een procedure tegen het CBR waar het ging om het automatisch opleggen van een alcoholslotprogramma na geschiktverklaring tijdens het onderzoek naar de rijgeschiktheid. In die zaak was de rechtbank van oordeel dat weliswaar sprake is van onrechtmatig handelen van het bestuursorgaan, maar het is de rechtbank niet gebleken dat verweerster dit bewust heeft gedaan. Om die reden werd het verzoek van eiseres om vergoeding van de proceskosten van € 1008,- niet gehonoreerd.


Criterium: buiten redelijke twijfel rijden onder invloed van alcohol

Geplaatst op: 12 juli 2014

In strafzaken geldt als criterium dat er sprake moet zijn van wettig en overtuigend bewijs. Wanneer er twijfel bestaat of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan rijden onder invloed, al dan niet door een eventuele schending van de strikte waarborgen waarmee het alcoholonderzoek is omkleed, moet de strafrechter de verdachte vrijspreken. In het bestuursrecht worden iets minder strenge eisen gesteld aan het bewijs. Zo zien we in zaken waarin de strafrechter vrijsprak, dat de bestuursrechter de beslissing van het CBR in stand laat. Dit heeft er allereerst mee te maken dat voor het opleggen van een bepaalde maatregel slechts een vermoeden hoeft te bestaan dat de betrokkene niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven. Dit is een minder zware toets dan in het strafrecht. Daarbij komt dat in de CBR-procedure als uitgangspunt wordt uitgegaan van de juistheid van het proces-verbaal van de verbalisant. De Afdeling bestuursrechtspraak van  de Raad van State bevestigd dit nog eens in een uitspraak van 23 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1671 waarin de Afdeling als criterium hanteert dat buiten redelijke twijfel moet bestaan dat de betrokkene onder invloed van alcohol heeft gereden:

Lees meer >


Alcoholslot buiten toepassing gelaten wegens een onbillijkheid van overwegende aard

Geplaatst op: 11 juli 2014

In deze zaak was door het CBR een alcoholslotprogramma opgelegd aan een vrouw die in een auto was gestapt en de sleutel in het contact had gedaan, maar de motor nog niet had gestart. Zij kon niet wegrijden wegens een lekke band, maar had bij de politie wel verklaard dat zij voornemens was om weg te rijden. Bij alcoholonderzoek werd een alcoholgehalte van 455μg/l = 1,047 promille vastgesteld. Omdat zij nog beginnend bestuurder was, legde het CBR aan haar een alcoholslotprogramma op. De rechter vond dit echter een te zware maatregel gelet op alle omstandigheden van het geval en besloot de beslissing van het CBR zolang op te schorten wegens een onbillijkheid van overwegende aard (Rb Noord-Nederland, 10 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6160)

Lees meer >


Bestuurder in de zin van de WVW / CBR-procedure

Geplaatst op: 11 juli 2014

De maatregelen van het CBR kunnen in de meeste gevallen enkel aan een bestuurder van een motorrijtuig worden opgelegd. In sommige gevallen kan discussie ontstaan omtrent de vraag of iemand als bestuurder van een motorrijtuig kan worden aangemerkt.

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden