CBR moet binnen 6 maande een beslissing nemen
Geplaatst op: 29 november 2021Het CBR is wel verplicht om binnen 6 maanden na de datum van de overtreding een beslissing te nemen.
Overschrijding van de termijn van vier weken als bedoeld in artikel 131, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is geen fatale termijn volgens vaste rechtspraak van de Afdeling. De termijnoverschrijding van zes maanden van artikel 3, derde lid, van de Regeling is wel fataal, maar in het onderhavige geval is er sprake van een uitzondering, omdat in de aard van de zaak gelegen omstandigheden de termijnoverschrijding rechtvaardigen nu de melding pas later uit Duitsland kwam. (tECLI:NL:RBLIM:2021:4371).
Lees meer >
Identiteit bestuurder moet met voldoende zekerheid komen vast te staan
Geplaatst op: 21 juni 2021Het is naar vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), waaronder de uitspraak van 26 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1991, zo dat het opleggen van een bestuursrechtelijke maatregel door het CBR los staat van een (eventuele) strafrechtelijke procedure. In een bestuursrechtelijke procedure behoeft de aan de betrokkene verweten gedraging, anders dan in het strafrecht, niet wettig en overtuigend te worden bewezen. Voor het opleggen van een maatregel is het voor het CBR voldoende dat op basis van de geconstateerde feiten met voldoende mate van zekerheid komt vast te staan dat betrokkene onder invloed van alcohol als bestuurder van een motorvoertuig is opgetreden. Daarvoor is niet noodzakelijk, zo volgt uit eveneens vaste rechtspraak, waaronder de uitspraak van de Afdeling van 24 december 2019, ECLI:NL:RVS:2019:4402, dat de betrokkene als bestuurder staande wordt gehouden. Ook op andere wijze kan de identiteit van de bestuurder met voldoende zekerheid komen vast te staan.
- Zie ook 7 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:756: het opleggen van een rijgeschiktheidsonderzoek is een bestuursrechtelijke maatregel ter bevordering van de verkeersveiligheid, die los staat van een (eventuele) strafrechtelijke procedure. In de bestuursrechtelijke CBR-procedure, is het anders dan in het strafrecht, niet noodzakelijk dat de gedraging die de betrokkene wordt verweten wettig en overtuigend wordt bewezen. Voor het opleggen van een rijgeschiktheidsonderzoek is het voor het CBR voldoende dat op basis van de geconstateerde feiten met voldoende mate van zekerheid komt vast te staan dat verzoeker onder invloed van alcohol (en/of drogerende middelen) als bestuurder van een motorvoertuig is opgetreden.
Lees meer >
CBR te laat met nemen beslissing gezondheidsverklaring
Geplaatst op: 21 juni 2019Het is een chaos bij het CBR en daardoor zijn ze structureel te laat met het nemen van een beslissing op een gezondheidsverklaring. De gevolgen voor de betrokkene zijn hoog. Vaak wordt het rijbewijs tussentijds weer ongeldig verklaard, waardoor men in de problemen komt met het werk en allerlei financiële problemen dreigen. Het CBR trekt zich daar echter niets van aan.
Lees meer >
Beslissing CBR te laat heeft helaas geen gevolgen
Geplaatst op: 28 mei 2019Lees meer >
Twijfel identiteit bestuurder in CBR-procedure
Geplaatst op: 07 maart 2018Ook in de CBR-procedure kan de vraag spelen wie nu de bestuurder van het motorrijtuig is geweest. Alleen aan de bestuurder mag het CBR immers een maatregel opleggen. In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, 19 juni 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:2415 kwam deze vraag ook aan de orde. Uiteindelijk leidde twijfel over de identiteit van de bestuurder tot de teruggave van het rijbewijs.