Mededeling aan CBR: zo spoedig mogelijk, maar geen termijn aan verbonden
Geplaatst op: 28 februari 2014In artikel 130 lid 1 WVW is opgenomen dat de politie van bij een vermoeden dat de betrokkene niet langer voldoet aan de eisen van rijgeschiktheid of rijvaardigheid, zo spoedig mogelijk hiervan mededeling moet doen aan het CBR. De vraag is echter wat onder “zo spoedig mogelijk” precies moet worden verstaan.
Lees meer >
Psychiaterisch onderzoek CBR niet in algemeenheid in strijd met artikel 8 of 13 EVRM
Geplaatst op: 28 februari 2014Het CBR psychiatrisch onderzoek is in zijn algemeenheid niet in strijd met de artikelen 8 en 13 EVRM. Dat is de conclusie in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtsspraak van de Raad van State van 5 februari 2014, ECLI:NL:RVS:2014:277. De betrokkene in deze zaak had de diagnose alcoholmisbruik aangevochten door als verweer aan te voeren dat het onderzoek naar de rijgeschiktheid door psychiaters van het CBR niet deugt. Aangevoerd was dat de psychiaters er bij voorbaat al uitgaan dat er sprake is van een alcoholprobleem, dat de psychiaters niet onafhankelijk zijn, en dat het CBR haar oordeel boven dat de psychiaters stelt en dat het CBR dit oordeel aan de psychiaters oplegt.
Lees meer >
Beoordelingskader bezwaarschrift nadat rijbewijs ongeldig is verklaard
Geplaatst op: 28 februari 2014Wanneer het rijbewijs ongeldig is verklaard omdat de psychiater(s) van het CBR tot de diagnose alcoholmisbruik zijn gekomen, kunt u tegen deze beslissing een bezwaarschrift indienen. In de jurisprudentie zien we dat aan de betwisting van de juistheid van een dergelijke rapport van de psychiater hoge eisen worden gesteld. Slechts een beperkt aantal verweren kan ertoe leiden dat de ongeldig verklaring van het rijbewijs teniet wordt gedaan.
Lees meer >
Onjuiste processen-verbaal politie: maak bezwaar tegen beslissing CBR!
Geplaatst op: 27 februari 2014Een proces-verbaal van de politie hoeft niet altijd juist te zijn. Soms heeft de politie met opzet onwaarheden in het proces-verbaal weergegeven, maar het kan ook zijn dat de politie bepaalde gebeurtenissen niet goed heeft gezien en/of verkeerd heeft geïnterpreteerd. Wanneer dan op basis van een dergelijk onjuist proces-verbaal door het CBR een bepaalde maatregel wordt opgelegd, is dat uiteraard erg vervelend. U hoeft uzelf echter niet te leggen bij deze CBR-maatregel. U kunt hiertegen binnen 6 weken bezwaar maken.
Lees meer >
Recidivemeting LEMA en EMG 2009
Geplaatst op: 10 februari 2014In oktober 2008 zijn in Nederland de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) en de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) ingevoerd. De belangrijkste doelstelling van deze verkeersgedragsmaatregelen is voorkomen dat deelnemers in de toekomst onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer of weer risicovol rijgedrag vertonen. Op die manier wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers. Om duidelijk te krijgen of en in hoeverre deze doelstelling wordt gehaald heeft Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving, namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan het WODC gevraagd om de strafrechtelijke recidive van de deelnemers te monitoren.
Het onderhavige rapport betreft een tussentijdse rapportage waarin voor het eerst wordt gerapporteerd over de strafrechtelijke recidive na een LEMA of een EMG. Het eindrapport – waarin ook de recidive van deelnemers aan het Alcoholslotprogramma
is opgenomen – wordt in 2022 verwacht. De huidige rapportage heeft betrekking op alle personen die in 2009 bij het Centraal
Bureau Rijvaardigheidsbewijzen werden aangemeld voor een LEMA of een EMG. Zij worden na het afronden van de cursus gedurende twee jaar gevolgd om na te gaan of zij recidiveerden. Dit kan zijn wegens enig delict, een verkeersdelict, of een specifiek
verkeersdelict, zoals het rijden onder invloed. De recidive van de deelnemers wordt afgezet tegen de recidive in een tweetal historische vergelijkingsgroepen.
De gegevens voor het onderzoek zijn afkomstig uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie. Dit systeem biedt zicht op het relatief zware segment van de door politie en justitie geregistreerde (verkeers)criminaliteit.
De volgende drie onderzoeksvragen stonden centraal:
1 Wat zijn achtergrondkenmerken van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
2 Wat is het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
3 Hoe verhoudt het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers zich tot het recidivebeeld in de vergelijkingsgroepen?
Conclusie
Het recidivebeeld van de LEMA-deelnemers is relatief gunstig ten opzichte van het recidivebeeld in de vergelijkingsgroep. Dit geldt zowel voor de verkeersrecidive als voor de algemene recidive. Voor de EMG zijn vooralsnog geen duidelijke verschillen te zien tussen de recidive in de deelnemers- en in de vergelijkingsgroep. De onderzoeksresultaten leveren slechts een eerste indicatie op van de mogelijke effecten van de verkeersgedragsmaatregelen. Door de opzet van deze studie kan niet worden uitgesloten dat factoren – anders dan de interventie zelf – van invloed zijn geweest op de hoogte van de recidive. In het vervolg van het onderzoek zal een inventarisatie worden gemaakt van mogelijke alternatieve verklaringen voor de strafrechtelijke recidive onder de deelnemers
aan deze verkeersmaatregelen.