Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk

Geplaatst op: 09 juli 2024

Bij het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid schorst het CBR in de meeste gevallen tevens de geldigheid van het rijbewijs. Dat betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag rijden. Dat heeft natuurlijk een forse impact op een betrokkene. U kunt proberen om de schorsing dan nog aan te vechten, maar de kans van slagen is niet groot. Slechts in uitzonderlijke gevallen haalt de rechter de schorsing ervan af.

Lees meer >


Handhaving ongeldigverklaring is ook besluit met rechtsgevolgen

Geplaatst op: 26 juni 2024

De rechtbank ziet zich vooreerst gesteld voor de vraag hoe het gehandhaafde primaire besluit juridisch moet worden geduid. Doordat de ongeldigheid van eisers rijbewijs gehandhaafd blijft, is strikt genomen geen sprake van enig publiekrechtelijk rechtsgevolg. Nu eiser, gelet op het bepaalde in artikel 134, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw 1994), voordat hij in aanmerking kan komen voor een rijbewijs, eerst dient aan te tonen dat hij over de lichamelijke en geestelijke geschiktheid beschikt die vereist is om motorrijtuigen te kunnen besturen, dient de vaststelling van de uitslag van een dergelijk onderzoek naar zijn geschiktheid naar het oordeel van de rechtbank te worden aangemerkt als een beschikking in de zin van artikel 1:3, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waartegen de rechtsmiddelen op grond van de Awb open staan. Zolang de vastgestelde uitslag van het onderzoek inhoudt dat eiser niet geschikt is om motorrijtuigen te besturen, kan hij niet in aanmerking komen voor een rijbewijs (ECLI:NL:RBOVE:2024:361)

Lees meer >


Geen sprake van herhaaldelijke gedragingen voor EMG

Geplaatst op: 14 april 2024

Voor het opleggen van een EMG is het noodzakelijk dat het gaat om herhaaldelijke gedragingen. Daar is niet altijd aan voldaan, zoals we zien in de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 27 februari 2022, ECLI:NL:RBNHO:2024:2354. Het is verstandig om steeds te kijken of de verweten gedragingen afzonderlijk worden genoemd in de lijst onder A, III, c, die vereist zijn voor het kunnen opleggen van een EMG. In de genoemde uitspraak was daar niet aan voldaan. Het beroep werd door de rechtbank gegrond verklaard:

Lees meer >


Melding Marechaussee mag gebruikt worden door het CBR

Geplaatst op: 14 maart 2024

Ook meldingen die afkomstig zijn van de Marechaussee mogen door het CBR worden gebruikt om een maatregel op te leggen. Dat zien we in de uitspraak van de Voorzieningenrechter Limburg 12 februari 2021, ECLI:NL:RBLIM:2021:1189:

De voorzieningenrechter overweegt dat uit artikel 159, aanhef en onder a, van de Wvw 1994 in samenhang bekeken met artikel 141, aanhef en onder c, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) blijkt dat de door de minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met de minister van Defensie aangewezen militairen van de Koninklijke Marechaussee belast zijn met de opsporing van de feiten, strafbaar gesteld in de Wvw 1994. Artikel 4, eerste lid, van de Politiewet somt de politietaken op die aan de Koninklijke Marechaussee zijn opgedragen. Het vierde lid van artikel 4 van de Politiewet bepaalt dat, hoewel bevoegd tot de opsporing van alle strafbare feiten, de militair van de Koninklijke Marechaussee die is aangewezen krachtens artikel 141 Sv zich onthoudt van optreden anders dan in het kader van de uitvoering van zijn politietaken, bedoeld in het eerste lid. Uit de memorie van toelichting op de Politiewet 2012 (Kamerstukken II, 2006/07, 30 880, nr. 3, p. 46) volgt dat is beoogd om de Koninklijke Marechaussee wat betreft haar opsporingsbevoegdheid in dezelfde positie te brengen als de politie. Het tweede deel van het vierde lid van artikel 4 houdt dan ook niet meer in dan een instructienorm. De rechtmatigheid van het optreden van een militair van de Koninklijke Marechaussee kan niet met een beroep op deze bepaling worden aangevochten.

Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat de verbalisant van de Koninklijke Marechaussee bevoegd was tot de opsporing van feiten die strafbaar zijn gesteld in de Wvw 1994 en dus ook tot de staandehouding van verzoeker in de onderhavige zaak.

Lees meer >


Prikangst voor bloedonderzoek CBR

Geplaatst op: 03 juli 2023

Een bloedonderzoek in het kader van de CBR-procedure is verplicht in het kader van de alcoholkeuringen en drugskeuringen (THC-COOH). Maar hoe moet dit nu als de betrokkene leidt aan prikangst. Het CBR heeft hier thans beleid voor geformuleerd;

Te overwegen valt om een bloedonderzoek achterwege te laten als:

  1. Betrokkene ook al een bloedonderzoek geweigerd had bij de politie wegens angst;
  2. Betrokkene geen uiterlijke kenmerken heeft die deze fobie tegenspreken (bv oorbellen, piercings of tatoeages);
  3. Uit een medische verklaring blijkt van een objectief vastgestelde fobie die een bloedonderzoek onwenselijk maakt;
  4. De keurend psychiater die zelf het bloed afneemt constateert dat afname onwenselijk is.

In deze gevallen kan dan een urineonderzoek worden gedaan.

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden