Ernstige persoonlijkheidsstoornis maakt nog niet ongeschikt voor het rijbewijs
Geplaatst op: 25 juni 2014Personen met een ernstige persoonlijkheidsstoornis zijn op grond van de regelgeving niet per definitie ongeschikt voor het rijbewijs. In dit geval heeft het CBR niet gesteld of onderbouwd dat de andere voorwaarden voor ongeschiktheid zijn vervuld, en heeft de rechtbank daarvoor ook geen aanwijzing gevonden in de dossierstukken. Overigens vermeldt de toepasselijke regelgeving niet een verplichte recidiefvrije periode van een jaar. De rechtbank heeft het CBR opgedragen een nieuw besluit te nemen op het bezwaarschrift. Het CBR zal de conclusies van het onderzoek en de wettelijke eisen concreet moeten vertalen naar de geschiktheid of ongeschiktheid van betrokkene voor het rijbewijs. Bij het psychiatrisch onderzoek van betrokkene zijn geen bijzonderheden geconstateerd, afgezien van de enigszins bagatelliserende en externaliserende indruk die betrokkene op de keurend psychiater maakte. Sindsdien is ruim een jaar verstreken. Ter zitting heeft betrokkene verklaard dat het onverkort beter met haar gaat en daarvoor is steun te vinden in verklaringen van een psychiater en van de huisarts. Gelet op deze stand van zaken in samenhang met de gegrondverklaring van het beroep heeft de rechtbank aanleiding gezien een voorlopige voorziening te treffen. De rechtbank heeft het CBR opdracht gegeven het rijbewijs binnen acht dagen aan betrokkene terug te geven in afwachting van het nieuwe besluit.
Dit oordeelde de rechtbank Breda in een uitspraak van 15 februari 2010, ECLI:NL:RBBRE:2010:BL9508.
Lees meer >
Rapport psychiater over psychiatrische stoornis bevat geen conclusie over rijgeschiktheid
Geplaatst op: 25 juni 2014De psychiatrische rapportage waar het CBR gebruik van maakt bij haar beslissingen moet duidelijk zijn en om die reden ook een duidelijke conclusie bevatten. Dat is niet altijd het geval, zoals we ook zien in een uitspraak van de rechtbank Breda van 22 januari 2010, ECLI:NL:RBBRE:2010:BL9502. In deze zaak was betwiste de belanghebbende dat zij leed aan een bipolaire stoornis. Bij haar was enkel in het verleden een borderline persoonlijkheidsstoornis geconstateerd, hetgeen valt onder de persoonlijkheidsstoornissen in plaats van de stemmingsstoornissen, en daarvoor gelden weer andere criteria voor wat betreft de rijgeschiktheid.
Lees meer >
Alcoholslotprogramma (ASP) mag niet vanwege te hoge kosten
Geplaatst op: 25 juni 2014Een prachtige uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Aan de belanghebbende, vrachtwagenchauffeur van beroep, was een alcoholslotprogramma opgelegd. Hij kon echter de kosten daarvoor niet betalen, en ging daarom in bezwaar en beroep. En nu heeft de hoogste rechter hem gelijk gegeven. De belanghebbende kon al even niet werken door het alcoholslotprogramma dat aan hem was opgelegd, en dreigde daardoor in grote financiële problemen terecht te komen. Duidelijk was dat hij onvoldoende financiële draagkracht had om het alcoholslot te betalen.
Lees meer >
Overschrijding termijn bezwaar CBR
Geplaatst op: 20 juni 2014Als u niet binnen de termijn van 6 weken bezwaar aantekent tegen een besluit van het CBR, wordt u niet-ontvankelijk verklaard, tenzij de beslissing niet op de juiste wijze kenbaar is gemaakt en/of de termijnoverschrijding verschoonbaar is. In dit artikel bespreken wij enkele verweren die in het verleden gevoerd zijn, zodat u een beeld krijgt wanneer een termijnoverschrijding verschoonbaar is en wanneer niet.
Lees meer >
Beroep op rechtszekerheid gegrond bij twee verschillende beoordelingen onder zelfde omstandigheden
Geplaatst op: 02 juni 2014In deze zaak gaat het om een betrokkene die lijdt aan epilepsie. In 2001 is hij door het CBR geschikt bevonden, maar in 2007 opeens niet meer, terwijl er in de tussentijd niets was veranderd voor wat betreft de omstandigheden of de geldende regelgeving. De man was vrachtwagenchaffeur en had zijn rijbewijs nodig. De rechtbank stelde de man in het gelijk, waarna het CBR in hoger beroep ging. Maar ook daar werd de man door de Raad van State in het gelijk gesteld (Raad van State, 28 november 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB8911).