Criterium: buiten redelijke twijfel rijden onder invloed van alcohol
Geplaatst op: 12 juli 2014In strafzaken geldt als criterium dat er sprake moet zijn van wettig en overtuigend bewijs. Wanneer er twijfel bestaat of de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan rijden onder invloed, al dan niet door een eventuele schending van de strikte waarborgen waarmee het alcoholonderzoek is omkleed, moet de strafrechter de verdachte vrijspreken. In het bestuursrecht worden iets minder strenge eisen gesteld aan het bewijs. Zo zien we in zaken waarin de strafrechter vrijsprak, dat de bestuursrechter de beslissing van het CBR in stand laat. Dit heeft er allereerst mee te maken dat voor het opleggen van een bepaalde maatregel slechts een vermoeden hoeft te bestaan dat de betrokkene niet langer beschikt over de rijvaardigheid dan wel over de lichamelijke of geestelijke geschiktheid, vereist voor het besturen van een of meer categorieën van motorrijtuigen waarvoor dat rijbewijs is afgegeven. Dit is een minder zware toets dan in het strafrecht. Daarbij komt dat in de CBR-procedure als uitgangspunt wordt uitgegaan van de juistheid van het proces-verbaal van de verbalisant. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd dit nog eens in een uitspraak van 23 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1671 waarin de Afdeling als criterium hanteert dat buiten redelijke twijfel moet bestaan dat de betrokkene onder invloed van alcohol heeft gereden:
Lees meer >
Geen uitzondering alcoholslot bij automonteurs die proefrit moeten maken
Geplaatst op: 12 juli 2014Voor buschauffeurs en vrachtwagenchauffeurs is er een (tijdelijke) uitzondering opgenomen in de Regeling Maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011, maar voor andere categorieën bestuurders die voor hun werk het rijbewijs nodig hebben, voorziet de regeling niet in een uitzondering. En ook de rechters gaan vooralsnog hierin niet mee. In een zaak die speelde bij de rechtbank Midden-Nederland, 20 december 2013, ECLI:NL:RBMNE:2013:7401, werd als verweer gevoerd dat de wettelijke regeling van het ASP buiten toepassing moet blijven omdat deze regeling in strijd is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties, dat deze regeling discriminerend is en in strijd is met het gelijkheidsbeginsel van artikel 14 EVRM. Verder heeft eiser aangevoerd dat de wettelijke regeling ten onrechte inbreuk maakt op het eigendomsrecht, omdat die geen mogelijkheid biedt tot ontheffing voor beroepen als chauffeurs en monteurs gedurende reguliere werktijden.
Lees meer >
Ingangsdatum recidiefvrije periode bij psychotische stoornis
Geplaatst op: 12 juli 2014Wanneer iemand psychotisch is geweest, en op die grond het rijbewijs ongeldig is verklaard, kan hij/zij het rijbewijs weer terug krijgen via de eigen verklaringsprocedure nadat een recidiefvrije periode is verstreken. Van belang is hierbij wel dat de ingangsdatum van de recidiefvrije periode juist wordt vastgesteld. De ingangsdatum is het moment dat de stoornis in remissie is. De vraag is alleen wanneer dat moment precies aanvangt.
In een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Haarlem van 23 oktober 2012 (ECLI:NL:RBHAA:2012:BY8798) had de psychiater als aanvangsdatum aangehouden het moment dat de betrokkene was gestopt met de medicatie. De voorzieningenrechter is het hier niet mee eens, en oordeelt dat het moment dat betrokkene is begonnen met de medicatie als aanvangsdatum heeft te gelden:
Lees meer >
Alcoholslot buiten toepassing gelaten wegens een onbillijkheid van overwegende aard
Geplaatst op: 11 juli 2014In deze zaak was door het CBR een alcoholslotprogramma opgelegd aan een vrouw die in een auto was gestapt en de sleutel in het contact had gedaan, maar de motor nog niet had gestart. Zij kon niet wegrijden wegens een lekke band, maar had bij de politie wel verklaard dat zij voornemens was om weg te rijden. Bij alcoholonderzoek werd een alcoholgehalte van 455μg/l = 1,047 promille vastgesteld. Omdat zij nog beginnend bestuurder was, legde het CBR aan haar een alcoholslotprogramma op. De rechter vond dit echter een te zware maatregel gelet op alle omstandigheden van het geval en besloot de beslissing van het CBR zolang op te schorten wegens een onbillijkheid van overwegende aard (Rb Noord-Nederland, 10 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6160)
Lees meer >
Bestuurder in de zin van de WVW / CBR-procedure
Geplaatst op: 11 juli 2014De maatregelen van het CBR kunnen in de meeste gevallen enkel aan een bestuurder van een motorrijtuig worden opgelegd. In sommige gevallen kan discussie ontstaan omtrent de vraag of iemand als bestuurder van een motorrijtuig kan worden aangemerkt.