Schending inzage- en correctierecht en ontbreken vragenlijst
Bij het onderzoek naar de rijgeschiktheid bestaat voor de betrokkene een inzage- en correctierecht. Indien de psychiater en/of het CBR zich hier niet aan houdt, levert dit een schending op van de artikelen 3:2 en 3:9 Awb. Als standpunt kan dan worden ingenomen dat het CBR niet het verslag van bevindingen van de psychiater aan de beslissing ten grondslag mag worden gelegd.
Toch zien we in de praktijk helaas ook zaken waarbij deze schending wordt “gelijmd” door weliswaar een schending aan te nemen, maar daar verder geen consequenties aan te verbinden:
Raad van State, 27 februari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ2493
“De voorzieningenrechter heeft in de omstandigheid dat de tweede psychiater aan [appellant] voor het verslag van zijn onderzoek niet de mogelijkheid heeft geboden van zijn inzage- en correctierecht gebruik te maken, aanleiding gezien voor vernietiging van het in beroep bestreden besluit wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:9 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Ook de omstandigheid dat de door [appellant] voor dat onderzoek ingevulde vragenlijst niet meer beschikbaar was, heeft de voorzieningenrechter in strijd met de zorgvuldigheid geoordeeld. Dat de tweede psychiater [appellant] de mogelijkheid niet heeft geboden gebruik te maken van zijn inzage- en correctierecht, staat er volgens de voorzieningenrechter evenwel niet aan in de weg dat het verslag aan de ongeldigverklaring van het rijbewijs ten grondslag wordt gelegd.”
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (bij alcohol)< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (drugs)
< Terug naar Meer informatie rijbewijs ongeldig verklaard