CBR onderzoek rijgeschiktheid moet door psychiater worden verricht
Het CBR onderzoek naar de rijgeschiktheid moet door een psychiater worden uitgevoerd. Het is wel toegestaan dat een arts, onder supervisie van een psychiater, onderdelen van het onderzoek verricht, maar de arts mag dit niet zelfstandig doen. Dit is door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bevestigd in een uitspraak van 19 december 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY6734.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State overwoog als volgt:
“3. [appellant] betoogt dat de voorzieningenrechter ten onrechte heeft overwogen dat het verslag van het onderzoek naar inhoud of wijze van totstandkoming niet zodanige gebreken vertoont, dan wel inhoudelijk niet zodanig tegenstrijdig of anderszins niet voldoende concludent is, dat het CBR zich niet op de daarin gestelde diagnose heeft mogen baseren. De voorzieningenrechter heeft miskend dat het onderzoek dat aan het verslag ten grondslag ligt, op meerdere punten is uitgevoerd in strijd met de Richtlijn diagnostiek van stoornissen in het gebruik van alcohol in het kader van CBR-keuringen (hierna: de Richtlijn diagnostiek), die door de Nederlandse vereniging voor psychiatrie is opgesteld. Van een richtlijn mag volgens [appellant] slechts in individuele gevallen en gemotiveerd worden afgeweken. Ter ondersteuning van zijn betoog verwijst hij naar de uitspraken van de Afdeling van 25 april 2007 in zaak nr. 200606675/1 en 18 januari 2012 in zaak nr. <a target=”_blank” href=”http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken_in_uitspraken/zoekresultaat/?verdict_id=gSA%2FtzVp9ys%3D”>201106316/1/A3</a>.
Volgens hem heeft de voorzieningenrechter miskend dat in het verslag van het onderzoek ten onrechte is vermeld dat M. Bakker, psychologe, Kemperman heeft geassisteerd. Bakker heeft de onderzoeken “vraagstelling”, “speciale anamnese” en “medische anamnese” zelfstandig en niet met medewerking van Kemperman uitgevoerd. Het is in strijd met de Richtlijn diagnostiek dat niet Kemperman maar Bakker een groot deel van het onderzoek heeft uitgevoerd.
3.1. De voorzieningenrechter heeft terecht overwogen dat voor de vraag of het verslag van het onderzoek naar inhoud of wijze van totstandkoming zodanige gebreken vertoont, zich inhoudelijk tegenspreekt of anderszins niet of niet voldoende concludent kan worden geacht, dat het CBR zich daarop niet heeft mogen baseren, niet bepalend is of Kemperman bij het onderzoek of het opstellen van het verslag heeft gehandeld in overeenstemming met de Richtlijnen diagnostiek.
Voor zover [appellant] betoogt dat volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling slechts mag worden afgeweken van een richtlijn, indien dat wordt gemotiveerd, geldt dat die jurisprudentie ziet op beleidsregels als bedoeld in artikel 1:3, vierde lid, van de Awb. De Richtlijn diagnostiek is geen beleidsregel, nu die is opgesteld door de Nederlandse vereniging voor psychiatrie, die voor zover het belieft de in artikel 134, tweede lid, van de Wvw 1994 vervatte bevoegdheid geen bestuursorgaan is. Het CBR behoefde dan ook niet te motiveren waarom van de Richtlijn diagnostiek werd afgeweken, voor zover dat is gebeurd.
3.2. Voor zover [appellant] beoogt te betogen dat de voorzieningenrechter niet heeft onderkend dat het CBR het verslag van het onderzoek niet aan zijn bevindingen ten grondslag mocht leggen, omdat de anamnese is uitgevoerd door een psycholoog en niet door een psychiater en dit strijd oplevert met hoofdstuk 2 en paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid, wordt het volgende overwogen.
In hoofdstuk 2 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid is bepaald dat onder een specialistisch rapport tevens wordt verstaan het rapport van een onderzoek uitgevoerd door een arts onder supervisie en verantwoordelijkheid van een specialist naar wie de persoon is verwezen. Die specialist is in het geval van [appellant] een psychiater.
Het CBR heeft niet weersproken dat de anamnese van [appellant] is uitgevoerd door Bakker. Nu althans een deel van het onderzoek niet is uitgevoerd door een psychiater of door een arts onder begeleiding van een psychiater, is het verslag niet een specialistisch rapport als bedoeld in paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid. Het CBR mocht het verslag van het onderzoek reeds daarom niet aan het in beroep bestreden besluit ten grondslag leggen. De voorzieningenrechter heeft dit niet onderkend.
Het betoog slaagt.”
Overige uitspraken
Dit is later herhaald in de volgende uitspraken:
- Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 20 november 2013, ECLI:NL:RVS:2013:2063
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (bij alcohol)
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (drugs)
< Terug naar Meer informatie rijbewijs ongeldig verklaard