Uitnodiging voor de zitting bestuursrechter moet bij aangetekende brief
Heel soms gaat het fout bij de uitnodiging voor de zitting bij de bestuursrechter. De wet schrijft voor dat de uitnodiging per aangetekende brief moet, maar dat geldt dan ook voor een eventuele latere wijziging in het tijdstip van de zitting. Dit zagen we in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 11 september 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1111:
De rechter overwoog het volgende:
““1.1. Ingevolge artikel 8:56 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), zoals deze wet luidde ten tijde van belang, worden partijen na afloop van het vooronderzoek ten minste drie weken tevoren uitgenodigd om op een in de uitnodiging te vermelden plaats en tijdstip op een zitting van de rechtbank te verschijnen.
Ingevolge artikel 8:37, eerste lid, geschiedt de uitnodiging om op een zitting van de rechtbank te verschijnen door de griffier bij aangetekende brief of bij brief met ontvangstbevestiging, tenzij de rechtbank anders bepaalt.
1.2. Bij brief van 31 augustus 2012 heeft de rechtbank [appellant] medegedeeld dat zij voornemens is het beroep van [appellant] op 30 november 2012 om 12.00 uur ter zitting te behandelen en dat [appellant], indien hij op die dag verhinderd is, de rechtbank schriftelijk kan vragen om een andere zittingsdatum.
Bij per gewone post verzonden brief van 1 november 2012 heeft de rechtbank [appellant] uitgenodigd om op 30 november 2012 om 11.00 uur ter zitting te verschijnen.
Het onderzoek ter zitting heeft op 30 november 2012 om 11.00 uur plaatsgevonden. Blijkens het proces-verbaal van deze zitting is [appellant] na het sluiten van het onderzoek verschenen.
1.3. De rechtbank heeft de brief van 1 november 2012, welke brief de in artikel 8:56 van de Awb bedoelde uitnodiging bevat, niet aangetekend verzonden. Nu niet is gebleken dat de rechtbank betreffende de verzending van zodanige uitnodiging anders heeft bepaald, heeft de rechtbank de uitnodiging voor de op 30 november 2012 om 11.00 uur gehouden zitting niet op de in artikel 8:37, eerste lid, van de Awb voorgeschreven wijze aan [appellant] verzonden. De rechtbank heeft de aangevallen uitspraak derhalve gedaan zonder dat was voldaan aan het bepaalde in artikel 8:56 van de Awb, waardoor [appellant] niet in de gelegenheid is gesteld zijn standpunt ter zitting bij de rechtbank toe te lichten. Dit betekent dat de aangevallen uitspraak niet op juiste wijze tot stand is gekomen.
2. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Nu [appellant] bij de Afdeling zijn zaak ten volle heeft kunnen bepleiten, zal de Afdeling met oog op finale geschilbeslechting de zaak niet terugwijzen naar de rechtbank, maar doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen het beroep van [appellant] tegen het besluit van 25 juli 2012 beoordelen in het licht van de daartegen in eerste aanleg voorgedragen beroepsgronden.”
< Terug naar Algemene verweren