Termijnbeperking geschiktheid CBR bij alcohol

In navolging van de keuringsartsen hanteert het CBR een vuistregel als uitgangspunt bij de beoordeling of redelijke grond bestaat voor de verwachting dat de aanvrager slechts aan de bij ministeriele regeling vastgestelde eisen met betrekking tot lichamelijke en geestelijke geschiktheid voldoet voor een daarbij te bepalen termijn. Deze vuistregel houdt in dat personen na een recidiefvrije periode van een jaar geschikt worden geacht voor een termijn van een jaar. Daarna zullen deze personen bij het voortdurend uitblijven van (het vermoeden van) alcoholmisbruik voor een termijn van drie jaar geschikt worden geacht, vervolgens voor vijf jaar en uiteindelijk voor onbepaalde tijd. Het is vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 3 december 2008 in zaak nr. 200802335/1) dat die vuistregel in het algemeen niet onredelijk is, vlg o.a. ECLI:NL:RVS:2014:42.

< Terug naar Eigen verklaringsprocedure CBR
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden