Recidivemeting LEMA en EMG 2009
In oktober 2008 zijn in Nederland de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) en de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) ingevoerd. De belangrijkste doelstelling van deze verkeersgedragsmaatregelen is voorkomen dat deelnemers in de toekomst onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer of weer risicovol rijgedrag vertonen. Op die manier wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers. Om duidelijk te krijgen of en in hoeverre deze doelstelling wordt gehaald heeft Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving, namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan het WODC gevraagd om de strafrechtelijke recidive van de deelnemers te monitoren.
Het onderhavige rapport betreft een tussentijdse rapportage waarin voor het eerst wordt gerapporteerd over de strafrechtelijke recidive na een LEMA of een EMG. Het eindrapport – waarin ook de recidive van deelnemers aan het Alcoholslotprogramma
is opgenomen – wordt in 2022 verwacht. De huidige rapportage heeft betrekking op alle personen die in 2009 bij het Centraal
Bureau Rijvaardigheidsbewijzen werden aangemeld voor een LEMA of een EMG. Zij worden na het afronden van de cursus gedurende twee jaar gevolgd om na te gaan of zij recidiveerden. Dit kan zijn wegens enig delict, een verkeersdelict, of een specifiek
verkeersdelict, zoals het rijden onder invloed. De recidive van de deelnemers wordt afgezet tegen de recidive in een tweetal historische vergelijkingsgroepen.
De gegevens voor het onderzoek zijn afkomstig uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie. Dit systeem biedt zicht op het relatief zware segment van de door politie en justitie geregistreerde (verkeers)criminaliteit.
De volgende drie onderzoeksvragen stonden centraal:
1 Wat zijn achtergrondkenmerken van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
2 Wat is het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
3 Hoe verhoudt het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers zich tot het recidivebeeld in de vergelijkingsgroepen?
Conclusie
Het recidivebeeld van de LEMA-deelnemers is relatief gunstig ten opzichte van het recidivebeeld in de vergelijkingsgroep. Dit geldt zowel voor de verkeersrecidive als voor de algemene recidive. Voor de EMG zijn vooralsnog geen duidelijke verschillen te zien tussen de recidive in de deelnemers- en in de vergelijkingsgroep. De onderzoeksresultaten leveren slechts een eerste indicatie op van de mogelijke effecten van de verkeersgedragsmaatregelen. Door de opzet van deze studie kan niet worden uitgesloten dat factoren – anders dan de interventie zelf – van invloed zijn geweest op de hoogte van de recidive. In het vervolg van het onderzoek zal een inventarisatie worden gemaakt van mogelijke alternatieve verklaringen voor de strafrechtelijke recidive onder de deelnemers
aan deze verkeersmaatregelen.
< Terug naar Meer informatie LEMA