Onvoldoende aanwijzing poging tot zelfdodiging met auto
Op grond van artikel 5 sub b en c jo artikel 6 van de Regeling Maatregelen rijvaardigheid en rijgeschiktheid 2011 kan het rijbewijs worden geschorst indien er met de auto een poging tot zelfdoding is ondernomen, Wel is er vereist dat er voldoende aanwijzingen hiervoor bestaan. Dit volgt onder meer uit een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, 26 januari 2015, ECLI:NL:RBMNE:2015:523.
In de uitspraak is het volgende te lezen:
“9. In het proces-verbaal “Aanrijding overtreding” op ambtsbelofte opgemaakt op 9 november 2014 is onder meer het volgende opgenomen:
“ Vermoedelijke toedracht
(..) Ter hoogte van hectometerpaal 6.9t is verdachte [verzoeker] opzettelijk met de voorzijde in de vangrail gereden aan de rechterzijde van de weg. Bij onze komst ter plaatse sprak ik [verzoeker] aan. Ongevraagd verklaarde [verzoeker] dat hij bestuurder was geweest van de personenauto. [verzoeker] verklaarde dat hij opzettelijk tegen de vangrail was gereden. [verzoeker] verklaarde dat hij het leven niet meer zag zitten en het “allemaal geen zin meer had” of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat de personenauto zwaar beschadigd was en dat de aanrijding met hoge snelheid gebeurd moest zijn.(..)
Materiële schade : Voorzijde, rechts voor (..)”.
10. In het proces-verbaal “verhoor verdachte” op ambtsbelofte opgemaakt op 9 november 2014 is onder meer het volgende opgenomen:
“Op zondag 9 november 2014 te 2:11 uur, hoorde ik (..) als verdachte (..) [verzoeker]. (..)
“ Ik weet waar ik van word verdacht. Ik begrijp dat ik niet tot antwoorden ben verplicht. Ik wens het volgende te verklaren;
Het is beter om nu niets te verklaren. Ik wens niets te verklaren. (..)”.
11. Verweerder heeft aangevoerd dat op basis van de informatie uit voornoemde processen-verbaal er duidelijke aanwijzingen zijn dat verzoeker lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychische problemen ondervindt.
12. Verzoeker heeft aangevoerd dat het bestreden besluit onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende deugdelijk is gemotiveerd. Verzoeker betwist dat sprake is geweest van poging tot zelfdoding. Op 9 november 2014 reed hij onder invloed van alcohol en geëmotioneerd door een ruzie met een vriend op de snelweg toen een auto hem van rechts wilde inhalen. Hier schrok hij zo van dat hij in een reflex naar links stuurde, waarbij hij tegen de vangrail kwam en waarop hij naar rechts stuurde. Alles gebeurde zo snel dat verzoeker de macht over het stuur verloor waarna hij tot stilstand kwam tegen de (rechter) vangrail.
Verzoeker heeft tegen de desbetreffende verbalisant die ter plaatse kwam gezegd dat hij tegen de vangrail was gereden en dat hij het er helemaal mee gehad had. Hierbij doelde verzoeker op zijn financiële en persoonlijke omstandigheden. Verzoeker stelt dat de verbalisant zijn uitlatingen onjuist heeft geïnterpreteerd in de betreffende processen-verbaal. Hij betwist dat hij gezegd heeft dat hij opzettelijk tegen de vangrail is gereden en dat sprake is geweest van een poging tot zelfdoding. Hij heeft voorts gesteld dat hij in het ziekenhuis, kort na het ongeluk, niet wilde verklaren toen de verbalisant hem wilde horen omdat hij helemaal uit zijn doen was en de agent aangaf dat hij er nog op terug zou komen. Voorts heeft verzoeker aangevoerd dat het proces-verbaal “aanrijding overtreding” onvolledig is, omdat enkel staat vermeld dat er schade is aan de rechtervoorzijde van de auto, terwijl er ook schade was aan de linkerachterzijde. Daar blijkt ook de slingerende beweging die de auto van verzoeker heeft gemaakt uit, aldus verzoeker.
13. De voorzieningenrechter deelt het standpunt van verweerder niet dat er op grond van de feiten en omstandigheden, zoals vermeld in de processen-verbaal, duidelijke aanwijzingen zijn dat verzoeker lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychische problemen ondervindt. Uit de gedingstukken is de voorzieningenrechter onvoldoende duidelijk geworden waarom verweerder meent dat hiervan sprake is in het geval van verzoeker. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat de betreffende verbalisant in het proces-verbaal “aanrijding overtreding” niet letterlijk de woorden van verzoeker heeft weergegeven maar onder het kopje “vermoedelijke toedracht” weer heeft gegeven wat verzoeker volgens hem kort na het ongeluk ter plaatse heeft verklaard. Deze informatie is zeer summier. In het proces-verbaal “rijden onder invloed” is verwezen naar het proces-verbaal “aanrijding overtreding”. Verzoeker heeft voorts aangegeven dat het ongeluk erg veel impact op hem heeft gehad en hij daardoor uit zijn doen was. Dat was ook de reden waarom hij in het ziekenhuis, nog geen twee uur na het ongeluk, niets wilde verklaren. Bovendien had de verbalisant aangegeven dat hij er op terug zou komen. Voorts is ter zitting komen vast te staan dat het proces-verbaal “aanrijding overtreding” onvolledig is: er staat enkel in vermeld dat er schade is aan de rechtervoorzijde van de auto terwijl er ook schade was aan de linkerachterzijde. Dat past bij het verhaal van verzoeker dat hij geschrokken is van een auto die hem van rechts wilde inhalen en in een reflex naar links heeft gestuurd waarbij hij de vangrail aan die kant heeft geraakt en vervolgens de macht over het stuur is verloren en tot stilstand is gekomen tegen de vangrail aan de rechterkant van de snelweg. De voorzieningenrechter volgt verweerder evenmin in zijn standpunt dat sprake is van “ernstig gestoord inzicht of gedrag”, omdat weliswaar vast staat dat sprake is geweest van rijden onder invloed van alcohol, maar aan het bestreden besluit geen uitslag van het bloedonderzoek ten grondslag is gelegd.
14. Nu de informatie in de processen-verbaal erg summier en voor meerdere interpretatie vatbaar is, biedt deze informatie, zonder nadere duiding dan wel onderzoek van een medisch deskundige, naar het oordeel van de voorzieningenrechter te weinig aanknopingspunten voor de conclusie dat er zonder twijfel duidelijke aanwijzingen zijn dat verzoeker lijdt aan een aandoening waardoor hij geestelijk en/of lichamelijk niet goed functioneert, dan wel ernstige psychiatrische problemen ondervindt. Verweerder had naar het oordeel van de voorzieningenrechter in onderhavig geval aanleiding moeten zien om zijn conclusie dat er sprake is van ’duidelijke aanwijzingen’, zoals bedoeld in artikel 5, aanhef en onder c, van de Regeling, door een medisch deskundige te laten bevestigen.
15. Uit het voorgaande volgt dat, gelet op de betrokken belangen, onverwijlde spoed het treffend van een voorlopige voorziening vereist. Het verzoek zal derhalve op de hierna vermelde wijze worden toegewezen. De voorzieningenrechter zal het bestreden besluit van 19 november 2014, voor zover het betreft de schorsing van de geldigheid van het rijbewijs van verzoeker, schorsen. De rechtsgevolgen van het bestreden besluit zullen voor het overige in stand worden gelaten.”
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (medische redenen)