Onderzoek CBR bij gebruik medicinale cannabis

Gebruikt u medicinale cannabis dan loopt u het risico op problemen met het CBR en het OM, als u na een positieve bloedonderzoek wordt aangemeld voor een psychiatrisch onderzoek. Op zich kunt u best geschikt kunt worden verklaard bij gebruik van medicinale cannabis, mits het door een arts wordt voorgeschreven en via de apotheek wordt geleverd en u geen rijgevaarlijke bijwerkingen van dat gebruik ervaart. Strafbaar is het wel, maar daar komen nog uitzonderingen op. De wetgever is daar nog mee bezig. Op dit moment is het zo dat je in voorkomend geval, als je kunt bewijzen dat je medicinaal gebruiker bent, niet vervolgd wordt door het OM.

In ECLI:NL:RVS:2017:456 heeft de Afdeling overwogen dat:

“In het verslag staat dat [appellant], naar eigen zeggen, dagelijks blowde. Vaststaat dat dit gebruik van cannabis geen medicinaal gebruik betrof, aangezien geen sprake was van op voorschrift van een arts via de apotheek verstrekte medicinale cannabis. De door [appellant] gestelde omstandigheden dat de cannabis die hij gebruikte nagenoeg hetzelfde was als de medicinale cannabis Bedrocan die hij sinds 5 augustus 2016 gebruikt en dat dat gebruik in overleg en op aanraden van Kuipers plaatsvond, maken niet dat het gebruik kan worden gelijkgesteld met medicinaal cannabisgebruik.”

Hiermee impliceert de Afdeling dat bij medicinaal gebruik geen drugsmisbruik aan de orde hoeft te zijn.

 

Verder heeft het NHG in een rapportage beschreven dat bij medicinaal gebruik, als de patiënt goed is ingesteld en geen sedatie ervaart, deelname aan het verkeer volgens het CBR mogelijk is. Hierin staat het volgende:

“Als de patiënt goed is ingesteld en geen sedatie ervaart, is deelname aan het verkeer volgens de inhoudelijke adviezen van de beroepsverenigingen en CBR mogelijk. Bij dagelijks gebruik is medicinale cannabis doorgaans na twee weken rijveilig, bij incidenteel gebruik vanaf vijftien uur na inname (www.rijveiligmetmedicijnen.nl). Sinds 1 juli 2017 maakt het strafrecht echter geen uitzondering meer tussen cannabis op recept of cannabis voor recreatief gebruik. Als de grenswaarde voor THC overschreden wordt, is er sprake van overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft op 13 oktober 2017 aangegeven een uitzondering te willen maken op de strafbaarstelling voor gebruikers van cannabis op recept, maar het (wetgevings)proces om de uitzondering te bewerkstelligen kost tijd. In de tussentijd blijft de politie handhaven op de huidige wetgeving. De nieuwe wetgeving is niet van toepassing op gebruikers van cannabisolie die alleen CBD bevat (Bedrolite CBD-olie en cannabis CBDolie 2, 5 en 10%), aangezien in de wet alleen grenswaarden voor THC opgenomen zijn. Bij gebruik van cannabisolie van drogist of internet is onduidelijk welke inhoudsstoffen deze olie bevat. Aanwezigheid van THC is niet uitgesloten en daarom lopen gebruikers kans de nieuwe Wegenverkeerswet te overtreden.” (https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/final_nhg-standpunt_cannabis.pdf)

Verder is het mogelijk aan de medisch adviseur van het CBR toestemming te vragen om te mogen rijden bij gebruik van medicinale cannabis. Dat doe je door een gezondheidsverklaring in te vullen.

In ECLI:NL:RVS:2018:4265 heeft de Afdeling bepaald dat onder medicinaal gebruik wordt verstaan het op voorschrift van een arts verstrekt worden van via de apotheek geleverde medicinale cannabis:

“Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:456 is voor medicinaal gebruik vereist dat het op voorschrift van een arts wordt verstrekt met via de apotheek verstrekte medicinale cannabis. De rechtbank heeft terecht overwogen dat nu [appellante] de aan haar ten tijde van het onderzoek op 8 mei 2017 voorgeschreven hoeveelheid Cannabis Flos van 0,3 gram zelf aanvulde – daargelaten op welke wijze zij dat deed – geen sprake is van, zoals zij stelt, uitsluitend medicinaal cannabisgebruik. Dat aan [appellante] op 14 juni 2017 door de neuroloog een dosis van 1,5 gram per dag is voorgeschreven, betreft een omstandigheid van na het opmaken van het rapport van psychiater Al Shamma. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen kan daarom met dit recept geen rekening worden gehouden. Anders dan [appellante] heeft aangevoerd, moet worden geoordeeld dat haar dagelijkse cannabisgebruik voorafgaand aan het onderzoek van 8 mei 2017, dat ten grondslag ligt aan de diagnose cannabismisbruik en de ongeldigverklaring van haar rijbewijs, terecht niet uitsluitend als medicinaal gebruik is aangemerkt. Daarbij komt dat, zoals het CBR heeft gesteld, blijkens de informatiebrochure voor artsen en apothekers over medicinale cannabis van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport migraine, hoofdpijn en spierspanningen geen erkende indicatie voor medicinaal cannabisgebruik vormen.”

Uit ECLI:NL:RVS:2019:1207 volgt dat het CBR als vuistregel hanteert dat per geval wordt bekeken of iemand bij gebruik van medicinale cannabis geschikt kan worden bevonden, waarbij klachten waarvoor het middel wordt voorgeschreven worden betrokken. Het CBR sluit dus niet op voorhand de rijgeschiktheid van gebruikers van medicinale cannabis uit:

“Als dit wel volgens de richtlijnen had gekund, had de psychiater volgens het CBR mogelijk de geschiktheid van [appellant] anders beoordeeld. Het CBR sluit geschiktverklaring bij gebruik van medicinale cannabis niet categorisch uit. De Afdeling zal daarom beoordelen of de psychiater, het CBR en de rechtbank terecht doorslaggevende betekenis hebben toegekend aan de omstandigheid dat medicinale cannabis in de richtlijnen niet als behandeloptie voor de aandoeningen ADHD en PDD-NOS is opgenomen.”

En

“Ter zitting heeft het CBR hieraan toegevoegd dat per geval wordt bekeken of iemand bij gebruik van medicinale cannabis geschikt kan worden bevonden, waarbij de klachten waarvoor het middel wordt voorgeschreven, worden betrokken. Omdat de psychiater op grond van de richtlijnen van de NVvP heeft geconcludeerd dat het middel niet geschikt is voor de aandoeningen van [appellant], is in dit geval geconcludeerd tot misbruik en heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden.

In aanmerking genomen hetgeen hiervoor onder 5.3 is overwogen over de betekenis van de richtlijnen van de NVvP bij de beoordeling van de rijgeschiktheid, heeft het CBR niet zonder meer van de psychiatrische rapporten en de daarin gestelde diagnose cannabismisbruik kunnen uitgaan. Het bij het besluit op bezwaar gehandhaafde besluit van 10 augustus 2017 tot ongeschiktverklaring voor de rijbewijscategorie B is derhalve niet deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank heeft dit niet onderkend.”

De wetgever is ook nog bezig met het bekijken van mogelijke oplossingen zodat medicinale gebruikers van cannabis niet strafbaar zijn. Bovendien werkt het op dit moment zo dat de OvJ de verdachte in de gelegenheid stelt een doktersrecept te sturen indien tegen hem proces-verbaal wordt opgemaakt op verdenking van rijden onder invloed van drugs, mits diegene geen gevaarlijk rijgedrag vertoonde vóór de staandehouding. In https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29398-644.pdf schrijft de minister:

“Bij de parlementaire behandeling van de Wet drugs in het verkeer is over het gebruik van geneesmiddelen gesproken. Uw Kamer heeft toen ingestemd met de lijn om geen onderscheid te maken tussen medicinaal en recreatief gebruik van de stoffen, omdat de verkeersveiligheid in de Wegenverkeerswet 1994 centraal staat en niet de reden van gebruik. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen van 12 oktober 2017 is aangegeven, is dit standpunt gewijzigd. Bestuurders die op medisch voorschrift en onder behandeling van een arts geneesmiddelen gebruiken en voldoen aan de geschiktheidseisen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), moeten kunnen deelnemen aan het verkeer zonder daarbij strafbaar te zijn.”

En

“Als bij een bestuurder die op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruikt een test wordt afgenomen waarvan het resultaat positief is, kan de bestuurder bij de politie aangeven, indien het geneesmiddel een stof bevat waarvoor een grenswaarde is vastgesteld, dat hij geneesmiddelen gebruikt. De politieagent zal dit in het proces-verbaal noteren. Aan bestuurders die geen afwijkend rijgedrag vertoonden en alleen een dergelijk geneesmiddel hebben gebruikt, wordt door het openbaar ministerie (OM) de gelegenheid geboden om een geldig doktersrecept in te sturen. Vervolgens wordt aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gevraagd of de aangetroffen concentratie van de stof in het bloed past binnen de therapeutische range van de voorgeschreven dosering en wat de effecten daarvan zijn op de rijvaardigheid. Met inachtneming van deze en alle overige feiten en omstandigheden wordt beoordeeld of de geneesmiddelengebruiker zal worden vervolgd.”

< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (drugs)
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden