N-Latex CDT methode van Siemens
Van de N-Latex CDT methode van Siemens (bovengrens normaal 2,2%, afkappunt 2,6%). ten aanzien van de CDT is bekend dat de sensitiviteit ± 63% en de specificiteit > 80% is. In een onderzoek van een geselecteerde groep mensen met een hogere kans op bovenmatig drinken, zoals bij de mensen die werden aangehouden wegens rijden onder invloed met een hoog promillage, blijkt bij een verhoogde CDT de kans dat iemand alcohol misbruikt (bovenmatig drinkt) 100% voor mannen en vrijwel 100% voor vrouwen (P. Anttila et al. Alcohol and alcoholism vol. 38, NB. 5, pp. 415-420, 2003). De gevoeligheid om bovenmatig alcoholgebruik te detecteren (sensitiviteit) van de CDT neemt overigens toe met de leeftijd.
Gedurende een follow-up studie, waarbij mensen met een verhoogde CDT onder supervisie alcoholvrij bleven normaliseerde de CDT in een periode van 5 à 15 dagen (Petra Anttila1, Kimmo Järvi2, Jaana Latvala1 and Onni Niemelä: Alcohol & Alcoholism Vol. 39, NB. 1, pp. 59-63, 2004).
Een hoge CDT en een GGT boven normaal wijst op alcoholafhankelijkheid, terwijl een hoge CDT en een normale GGT als bewijs voor alcoholmisbruik kan worden gezien (Schwan R, Albuisson E, Malet L. Drug Alcohol Depend. 2004 Jun 11;74(3):273-9).
Een te hoge gamma GT waarde kan wijzen op inductie van de gamma-GT synthese van de lever of op een leverfunctiestoornis, beide mogelijk ten gevolge van overmatig alcoholgebruik. Gamma-GT is evenals alkalische fosfatase (AF) een marker die normaliter wordt gebruikt om cholestase te identificeren (bij betrokkene waren er evenwel geen aanwijzingen voor cholestase). Gamma-GT is bij vrijwel alle leverziekten verhoogd en bij galwegobstructie zeer sterk verhoogd. Gamma-GT is eveneens verhoogd bij gebruik van sommige geneesmiddelen (anti-epileptica) en van abnormaal grote hoeveelheden alcohol. Alcoholgebruik van enige omvang gaat gepaard met een geïsoleerde gamma GT verhoging. Normalisatie van gamma-GT geschiedt binnen twee tot vier weken na staken van de alcoholconsumptie. Een op zichzelf staande verhoging van gamma-GT kan veroorzaakt zijn door alcoholgebruik of geneesmiddelen. Bij toepassing in de CBR-procedure kent de gamma-GT-test een grote positief voorspellende waarde wat betreft overmatig alcoholgebruik, hetgeen samenhangt met de prevalentie van overmatig alcoholgebruik bij personen die in de CBR-procedure zijn terechtgekomen.
Ten aanzien van de ALAT is bekend dat de sensitiviteit ongeveer 33% is en de specificiteit > 80%. In het CBR-keuringscohort is de kans bij verhoogde ALAT dat iemand alcohol misbruikt mogelijk nog hoger, gezien het feit dat er reeds een verhoogd alcoholpromillage is vastgesteld bij de aanhouding en het derhalve duidelijk is dat B. (soms) grote hoeveelheden alcohol dronk. Medicijngebruik kan leiden tot een verhoging van de ALAT. Bij B. is hier overigens geen sprake van (zie 4.3).
Een verhoogde MCV (gemiddelde grootte van de rode bloedcel) is bij alcoholisten veel voorkomend. De verhoging is een direct gevolg van het effect van alcohol op de erythroblast ontwikkeling en blijft bestaan zo lang als het drinken gecontinueerd wordt (Buffet et al. 1975; Morgan et al. 1981; Whitehead et al. 1985).
Als een indicator van alcoholmisbruik heeft de MCV, in afwezigheid van andere afwijkende bloedwaarden, een wat lage sensitiviteit. Het is een waarde die ook slechts langzaam naar de referentiewaarden daalt, waardoor het geen goede marker is om een relaps te constateren. Echter, in diverse studies werd de waarde van de MCV aangetoond in combinatie met andere maten voor alcoholconsumptie, zoals in het CBR-onderzoek het (de) alcoholpromillage(s) bij de aanhouding(en). (Mundle et al. 2000).
In een studie van proefpersonen die gedurende vier weken 60 gram alcohol (een fles wijn) per dag te drinken kregen bleek de sensitiviteit resp. de specificiteit van de MCV in mannen 82.6 en 96.7% en bij vrouwen 80.0 en 100.0% (Dastych M, Bednarik J, Pokora J, Friedecky B, Novotna H, Moravcova E, Vavrova J.Vnitr Lek. 2003 Feb;49(2):115-20)
In onderzoek bleek dat de sensitiviteit en specificiteit van de bloedalcohol concentratie bij de aanhouding voor het identificeren van gevaarlijk drinkgedrag 68% (95% confidence interval [CI], 61–73%) resp. 94% (95% CI, 87–97%) was. De positief voorspellende waarde was hiervoor 96% (95% CI, 92–98%). GGT, MCV, CDT en ASAT bleken minder accurate indicatoren van gevaarlijk drinkgedrag (SAVOLA et al. Alcohol and alcoholism 2004; 39: 340-345).