Educatieve Maatregel naast strafzaak is geen dubbele straf
Geplaatst op: 16 september 2014Wanneer u met het CBR in aanraking komt, zit er meestal ook een strafrechtelijk traject aan vast. Zo krijgt u bij een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) ook te maken met het strafrecht, waarbij u vervolgd wordt voor rijden onder invloed, en bij een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) moet u vaak nog bij de strafrechter komen wegens te hard of gevaarlijk rijden. De vraag doet zich dan voor of u niet dubbel bestraft wordt.
Ne bis in idem
Het beginsel van ‘ne bis in idem’ verbiedt een dubbele bestraffing. U kunt niet twee keer worden bestraft voor hetzelfde feit. Vanuit die gedachte is regelmatig verweer gevoerd tegen een door het CBR opgelegde maatregel. Ook in de strafzaak zien we dit soort verweren regelmatig terugkomen. Alleen bij het alcoholslotprogramma heeft het verweer een enkele keer succes gehad, en is het Openbaar Ministerie in de strafzaak om die reden niet-ontvankelijk verklaard, maar over het algemeen wordt het verweer niet gehonereerd. Dit is ook in lijn met de jurisprudentie van het EHRM.
Hierbij wordt er steeds op gewezen dat het CBR enkel een maatregel oplegt met het oog op de verkeersveiligheid en dat deze maatregel geen punitief karakter heeft. Dat de hoge kosten die aan de maatregel verbonden zijn en de impact die de maatregel heeft wel als straf door de betrokkene wordt ervaren, is kennelijk niet redengevend.
Verspreking minister Schultz
Toch zien we in een verspreking van de verkeersminister Schultz dat de educatieve maatregel toch ook als straf wordt beschouwd. Een kritisch stuk over de Educatieve Maatregel lezen we op het blog van Mediavrijheid.nl . De auteur wijst op de verspreking van de minister die we kunnen lezen in de kamerstukken.
De minister zei het volgende:
“Verder moet worden bedacht hoe bestaande overtreders worden aangepakt. Je kunt denken aan een educatieve maatregel, een straf waarbij je les krijgt in hoe je je moet gedragen. Zo’n cursus kost vaak €1.000, wat een afschrikwekkend effect kan hebben op de gemiddelde scooterrijder. Zo’n maatregel kan worden opgelegd door de gemeente.“”
Verweer voeren?
Ondanks deze verspreking, zien wij helaas nog geen mogelijkheden om het verweer van de dubbele bestraffing met succes iin de CBR-procedure te voeren. Alleen bij het alcoholslotprogramma kan het in uitzonderlijke gevallen een kans van slagen hebben, en is het het proberen waard. Er zijn echter nog wel andere verweren die u goed kunt voeren tegen de EMA en de EMG. Is er door het CBR aan u een Educatieve Maatregel opgelegd? Vul dan het aanmeldingsformulier op de website in, en wij nemen direct contact met u op.
Recidivemeting LEMA en EMG 2009
Geplaatst op: 10 februari 2014In oktober 2008 zijn in Nederland de Lichte Educatieve Maatregel Alcohol en Verkeer (LEMA) en de Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) ingevoerd. De belangrijkste doelstelling van deze verkeersgedragsmaatregelen is voorkomen dat deelnemers in de toekomst onder invloed van alcohol deelnemen aan het verkeer of weer risicovol rijgedrag vertonen. Op die manier wordt beoogd een bijdrage te leveren aan de reductie van het aantal verkeersslachtoffers. Om duidelijk te krijgen of en in hoeverre deze doelstelling wordt gehaald heeft Rijkswaterstaat Water, Verkeer en Leefomgeving, namens het ministerie van Infrastructuur en Milieu, aan het WODC gevraagd om de strafrechtelijke recidive van de deelnemers te monitoren.
Het onderhavige rapport betreft een tussentijdse rapportage waarin voor het eerst wordt gerapporteerd over de strafrechtelijke recidive na een LEMA of een EMG. Het eindrapport – waarin ook de recidive van deelnemers aan het Alcoholslotprogramma
is opgenomen – wordt in 2022 verwacht. De huidige rapportage heeft betrekking op alle personen die in 2009 bij het Centraal
Bureau Rijvaardigheidsbewijzen werden aangemeld voor een LEMA of een EMG. Zij worden na het afronden van de cursus gedurende twee jaar gevolgd om na te gaan of zij recidiveerden. Dit kan zijn wegens enig delict, een verkeersdelict, of een specifiek
verkeersdelict, zoals het rijden onder invloed. De recidive van de deelnemers wordt afgezet tegen de recidive in een tweetal historische vergelijkingsgroepen.
De gegevens voor het onderzoek zijn afkomstig uit de Onderzoeks- en Beleidsdatabase Justitiële Documentatie. Dit systeem biedt zicht op het relatief zware segment van de door politie en justitie geregistreerde (verkeers)criminaliteit.
De volgende drie onderzoeksvragen stonden centraal:
1 Wat zijn achtergrondkenmerken van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
2 Wat is het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers uit 2009?
3 Hoe verhoudt het recidivebeeld van LEMA- en EMG-deelnemers zich tot het recidivebeeld in de vergelijkingsgroepen?
Conclusie
Het recidivebeeld van de LEMA-deelnemers is relatief gunstig ten opzichte van het recidivebeeld in de vergelijkingsgroep. Dit geldt zowel voor de verkeersrecidive als voor de algemene recidive. Voor de EMG zijn vooralsnog geen duidelijke verschillen te zien tussen de recidive in de deelnemers- en in de vergelijkingsgroep. De onderzoeksresultaten leveren slechts een eerste indicatie op van de mogelijke effecten van de verkeersgedragsmaatregelen. Door de opzet van deze studie kan niet worden uitgesloten dat factoren – anders dan de interventie zelf – van invloed zijn geweest op de hoogte van de recidive. In het vervolg van het onderzoek zal een inventarisatie worden gemaakt van mogelijke alternatieve verklaringen voor de strafrechtelijke recidive onder de deelnemers
aan deze verkeersmaatregelen.