Eisen onderzoek CDT
Voor de beoordeling van de geschiktheid bij de keuringen voor een vermoeden op alcoholmisbruik wordt er bloedonderzoek verricht door diverse laboratoria in het land. Vanaf 01-01- 2019 vindt een verandering plaats voor een van de belangrijkste waarden voor deze keuringen. Voor de CDT methode bestaan er diverse onderzoeken met elke hun eigen normaalwaarden. Vanuit de klinisch chemici is er gestreefd naar een standaardisatie van het resultaat van deze testen. Deze standaardisatie heeft plaatsgevonden en dit is vastgelegd in een beleidswijziging:
In Clinica Chemica Acta is het volgende artikel over de standaardisatie van de CDT methode geplaatst. De door de NVKC gestelde eisen voor wat betreft de bloedafname:
1. Het laboratorium (zowel het laboratorium waar de bloedafname plaatsvindt als het laboratorium waar het feitelijke onderzoek wordt uitgevoerd) voldoet aan de kwaliteitsnorm ISO15189 en geaccrediteerd te zijn door de RvA.
2. Bloedafname gebeurt door een bevoegde en bekwame medewerker. Bij de bloedafname moet persoonsidentificatie plaats vinden aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en moet het nummer van het identiteitsbewijs minimaal een jaar te worden vastgelegd.
3. De CDT-bepaling wordt uitgevoerd met een door de NVKC goedgekeurde methode. Verificatie van de bepalingsmethode als ook de analyse van CDT gebeurt volgens de ISO 15189 norm.
4. De overige bepalingen voldoen aan dezelfde normen als de CDT bepaling.
5. Na de analyse worden de monsters één jaar bewaard bij –20 ºC op het laboratorium waar de analyse werd uitgevoerd. Monsters zijn opvraagbaar door opdrachtgever, cliënt of diens advocaat.
6. Het uitvoerend laboratorium neemt deel aan het kwaliteitsbewakingsprogramma voor CDT, georganiseerd door SKML. De resultaten uit deze controlemonsters mogen maximaal 10% afwijken van de consensuswaarde.
7. Alle gegevens, inclusief die van alle kwaliteitscontrole- en calibratiemonsters, worden minimaal een jaar bewaard.
8. Indien de uitvoering van de CDT bepaling wordt uitbesteed aan een ander laboratorium, moet het verzendend laboratorium zich ervan te verzekeren dat het uitvoerend laboratorium zich aan de geldende Richtlijn houdt.
9. Uiterlijk 1 januari 2019 dienen uitslagen tevens gestandaardiseerd gerapporteerd te worden. Dat betekent dat uitslagen, bovengrens van normaal en afkapwaarde niet meer methode afhankelijk zijn. De gestandaardiseerde uitslagen zijn herkenbaar als CDTIFCC.
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (bij alcohol)