CBR mag bij verhoogd CDT rijbewijs ongeldig verklaren, ook als de psychiater iemand wel geschikt acht
CDT is een belangrijke marker om alcoholmisbruik vast te stellen, omdat dit bijna niet door andere oorzaken verhoogd raakt. Dat is ook de reden waarom het CBR bij een verhoogd CDT het rijbewijs ongeldig mag verklaren, zelfs bij een gunstig rapport van de psychiater.
Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), bijvoorbeeld haar uitspraken van 26 juli 2006 (ECLI:NL:RVS:2006:AY5042) en 29 augustus 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BB2523), volgt dat het CBR in een procedure als deze, waar het gaat om de vraag of verzoeker wel of niet rijgeschikt is, gemotiveerd kan afwijken van een psychiatrisch advies indien het advies van de psychiater niet in overeenstemming is met de wettelijke maatstaf van paragraaf 8.8 van de Regeling. Hiervan kan sprake zijn indien de psychiater adviseert om een verklaring van rijgeschiktheid te verstrekken, terwijl bij de betrokkene sprake is van een verhoogde CDT-waarde in combinatie met een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik (zie met name de genoemde uitspraak van 29 augustus 2007). Bij deze combinatie is immers niet aannemelijk of aangetoond dat het alcoholgebruik is gestopt, wat gelet op paragraaf 8.8 van de Regeling wel is vereist. Bij een verhoogde CDT-waarde in combinatie met een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik, moet ervan worden uit gegaan dat dit een gevolg is van alcoholmisbruik, tenzij een andere oorzaak aannemelijk wordt gemaakt (zie ook de uitspraak van de Afdeling van 11 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4155)).
Het CBR blijft, als beslissingsbevoegd bestuursorgaan verantwoordelijk, voor het verstrekken van een verklaring van geschiktheid, al dan niet onder termijnbeperking (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 7 oktober 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2379)).
< Terug naar Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (bij alcohol)< Terug naar Meer informatie rijbewijs ongeldig verklaard