Bestuurder in de zin van de WVW / CBR-procedure
De maatregelen van het CBR kunnen in de meeste gevallen enkel aan een bestuurder van een motorrijtuig worden opgelegd. In sommige gevallen kan discussie ontstaan omtrent de vraag of iemand als bestuurder van een motorrijtuig kan worden aangemerkt.
Criterium bestuurder vlg Hoge Raad
De vraag wanneer iemand als bestuurder kan worden aangemerkt wordt onder meer beantwoord in het een arrest van de Hoge Raad van 17 september 2002, LJN: AE3382. Daarin is overwogen dat voor strafbaarheid vereist is dat het voornemen tot het besturen van een voertuig onder de in artikel 8 WVW genoemde omstandigheden zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard.
Ook een poging tot handelen in strijd met artikel 8 WVW valt er onder.
Gerechtshof Leeuwarden voorhouden d.d. 25 januari 2011 (LJN: BP1972).
‘Als bestuurder in de zin van de Wegenverkeerswet 1994 moet worden aangemerkt elke persoon die één of meer bedieningsorgaan van een motorrijtuig hanteert en door middel daarvan de voortbeweging of rijrichting van het motorrijtuig beïnvloedt.’
Voor uitgebreid strafrechtelijk verweer zie ECLI:NL:RBNHO:2013:13109
Criterium bestuurder vlg Raad van State
Door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State is in een uitspraak van 27 maart 2013, LJN: BZ7433 overwogen dat artikel 2, tweede lid, van de Regeling rijvaardigheid en geschiktheid (hierna: de Regeling) mede ziet op degene ten aanzien van wie aannemelijk is dat hij voornemens was een motorrijtuig te gaan besturen, welk voornemen zich door een begin van uitvoering heeft geopenbaard, en door niet van zijn wil afhankelijke omstandigheden ervan is weerhouden om te gaan rijden.
Wanneer iemand dus bij de politie verklaart dat hij van plan was te gaan rijden, maar dat dit door omstandigheden niet kon, kan hij toch worden aangemerkt als bestuurder.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft zo ook bepaald dat het gebruik van de stuurinrichting van de auto tijdens het aanduwen daarvan door iemand anders moet worden gekwalificeerd als bestuurdershandelingen.
Voorbeelden in de jurisprudentie
Vaak is het afhankelijk van de omstandigheden van het geval of iemand als bestuurder kan worden aangemerkt. Wij zullen enkele voorbeelden geven:
- Vrouw had sleutel in contactslot gestopt, maar nog niet omgedraaid. Verklaarde bij de politie dat ze wel wilde gaan rijden. Kon dit echter niet wegens lekke band (Rb Noord-Nederland, 10 oktober 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:6160
- Vrouw had na ruzie met vriend auto aan de kant gezet, en alcohol genuttigd. Zij zat op de bestuurdersplaats, en de motor was aan (Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State, 30 oktober 2013, ECLI:NL:RVS:2013:1715)