Proceskostenvergoeding rechtbank CBR-procedure

Wanneer u in (hoger) beroep in het gelijk wordt gesteld, hebt u recht op een proceskostenvergoeding.

I. Op de behandeling van het beroep/verzoek, waarop bijgaande oproep/uitnodiging betrekking heeft, is artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit brengt met zich mee dat de Afdeling bestuursrechtspraak:

“(…) bij uitsluiting bevoegd (is) een partij te veroordelen in de kosten die een andere partij in verband met de behandeling van het beroep (…), en van het bezwaar of van het administratief beroep redelijkerwijs heeft moeten maken.

Artikel 8:75, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht luidt voorts:
“De artikelen 7:15, tweede tot en met vierde lid, en 7:28, tweede, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing. Een natuurlijke persoon kan slechts in de kosten worden veroordeeld in geval van kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de kosten waarop een veroordeling als bedoeld in de eerste volzin uitsluitend betrekking kan hebben en over de wijze waarop bij de uitspraak het bedrag van de kosten wordt vastgesteld. “

De in voormeld artikellid aangekondigde algemene maatregel van bestuur is het Besluit proceskosten bestuursrecht (Staatsblad 1993, nr. 763, als nadien gewijzigd). De voor u relevante bepalingen uit dit besluit luiden als volgt:

“Artikel 1
Een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 onderscheidenlijk een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, of 7:28, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan uitsluitend betrekking hebben op:
a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand,
b. kosten van een getuige, deskundige of tolk die door een partij of een belanghebbende is meegebracht of opgeroepen, dan wel van een deskundige die aan een partij verslag heeft uitgebracht,
c. reis- en verblijfkosten van een partij of een belanghebbende,
d. verletkosten van een partij of een belanghebbende,
e. kosten van uittreksels uit de openbare registers, telegrammen, internationale telexen, internationale telefaxen en internationale telefoongesprekken, en
f. kosten van het als gemachtigde optreden van een arts in zaken waarin enig wettelijk voorschrift verplicht tot tussenkomst van een gemachtigde die arts is.

“Artikel 2
1. Het bedrag van de kosten wordt bij de uitspraak, onderscheidenlijk de beslissing op het bezwaar of het administratief beroep als volgt vastgesteld:
a. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a: overeenkomstig het in de bijlage opgenomen tarief;
b. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel b: op de vergoeding die ingevolge artikel 8:36, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is verschuldigd; indien de kosten zijn gemaakt in bezwaar of administratief beroep wordt deze vergoeding vastgesteld met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij en krachtens de Wet tarieven in strafzaken;
c. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel c: overeenkomstig artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit tarieven in strafzaken 2003;
d. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onderdeel d: overeenkomstig een tarief dat, afhankelijk van de omstandigheden, tussen € 7 en € 78 [Red: per 1 januari 2015: € 81] per uur bedraagt;
e. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onder e: op de werkelijke kosten,
f. ten aanzien van de kosten, bedoeld in artikel 1, onder f: met overeenkomstige toepassing van het in de bijlage opgenomen tarief, met dien verstande dat slechts de helft van het aantal uit de bijlage voortvloeiende punten wordt toegekend.
2. Indien een partij of een belanghebbende gedeeltelijk in het gelijk is gesteld, kan het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag worden verminderd. Het op grond van het eerste lid vastgestelde bedrag kan eveneens worden verminderd indien het beroep bij de bestuursrechter is ingetrokken omdat gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen.
3. In bijzondere omstandigheden kan van het eerste lid worden afgeweken.

“Artikel 3
1. Samenhangende zaken worden voor de toepassing van artikel 2, eerste lid, onder a, beschouwd als één zaak.
2. Samenhangende zaken zijn: door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren of ingestelde beroepen, die door het bestuursorgaan of de bestuursrechter gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand als bedoeld in artikel 1, onder a, is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.

Ingevolge de bij het Besluit proceskosten bestuursrecht behorende bijlage wordt het bedrag van de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld door aan de verrichte proceshandelingen punten toe te kennen overeenkomstig de in die bijlage opgenomen lijst en die punten te vermenigvuldigen met de waarde per punt en met de toepasselijke wegingsfactoren.
De volgende passages uit de Nota van Toelichting bij het besluit zijn voor u wellicht van belang:
– Algemeen
“De kostenveroordeling is, naar algemeen is erkend in het civiele recht, niet bedoeld als volledige schadevergoeding, maar als een tegemoetkoming in de kosten.”
– Bij artikel 1
“Dit artikel somt limitatief op welke kostenposten onder de kostenveroordeling kunnen worden gevat. Niet elke post behoeft steeds te worden toegewezen”(…)
Onderdeel a: “De in onderdeel a gegeven omschrijving sluit – in overeenstemming met andere proceskostenregelingen – allereerst niet professioneel verleende bijstand uit. Het hoeft niet te gaan om iemand die uitsluitend of in hoofdzaak zijn beroep maakt van het verlenen van rechtsbijstand.
Waar het om gaat, is dat het verlenen van rechtsbijstand behoort tot zijn beroepsmatige taak, zoals dat bijvoorbeeld vaak bij sociale raadslieden (op bepaalde rechtsgebieden) het geval is (…).
Wel kan ervan worden uitgegaan dat bijvoorbeeld advocaten, juristen werkzaam bij de stichtingen rechtsbijstand en vakbondsjuristen aan het criterium van artikel 1, onderdeel a voldoen, terwijl personen zonder juridische scholing niet geacht kunnen worden beroepsmatig rechtsbijstand te verlenen.”
Onderdeel b: “De partij die zelf een getuige of deskundige heeft meegebracht of opgeroepen, dan wel aan wie een deskundigenverslag is uitgebracht, is ingevolge artikel 8:36 (was 8.1.6.4), tweede lid, Awb aan deze een vergoeding verschuldigd. Door de rechtbank opgeroepen getuigen, deskundigen en tolken en door de rechtbank geïnitieerde deskundigenonderzoeken komen daarentegen, ingevolge het eerste lid, ten laste van het Rijk.
Het is daarom redelijk alleen in het eerste geval de kosten aan de partij die in de kosten wordt veroordeeld, door te rekenen.”
Onderdeel c: “De reis- en verblijfkosten die een partij heeft gemaakt om bijvoorbeeld een zitting bij te wonen, kunnen onder de proceskostenveroordeling vallen, indien de rechter oordeelt dat de desbetreffende partij de kosten redelijkerwijs in verband met de procedure heeft moeten maken (…).”
Onderdeel d: “De rechter kan in de kostenveroordeling een vergoeding voor verletkosten opnemen, uiteraard voor zover men deze redelijkerwijs heeft moeten maken. Verletkosten zijn kosten van tijdverzuim voor bijvoorbeeld het persoonlijk bijwonen van een zitting. Het gaat dus niet om tijdverzuim door bijvoorbeeld het lezen van stukken; dergelijke kosten moeten voor rekening van de partijen zelf blijven.”
Onderdeel e: “In de onderhavige regeling is het procederen met een gemachtigde geen voorwaarde voor vergoeding van deze kosten. Ook hier komen de kosten uiteraard slechts voor vergoeding in aanmerking, voor zover men deze in verband met de procedure redelijkerwijs heeft moeten maken. (…). Normale kantoorkosten, zoals kosten voor porti, kopiëren en telefoneren, vallen er niet onder. De vergoeding van het griffierecht is reeds elders in de Awb geregeld.”

– Bij artikel 2, eerst lid
Onderdeel c: “In onderdeel c wordt direct verwezen naar onderdeel c, van artikel 11, eerste lid, Besluit tarieven in strafzaken 2003, dat wil zeggen een tarief waarvan de hoogte gelijk is aan de reiskosten per openbaar middel van vervoer, laagste klasse dan wel een kilometervergoeding van €0,28 per kilometer indien openbaar vervoer niet of niet voldoende mogelijk is, alsmede verblijfkosten ten hoogste van €37,85 per dag, met inbegrip van overnachting;
Onderdeel e: “Een opgave van deze kosten dient vanzelfsprekend – naar het oordeel van de rechter voldoende gespecificeerd en onderbouwd – tijdig voor de uitspraak te worden ingediend. “

II. Let op:
Voor de beoordeling inzake de eventuele veroordeling van uw wederpartij in de kosten die u in verband met het beroep/verzoek heeft moeten maken, dient u bijgaand “Formulier proceskosten” volledig in te vullen en, inclusief eventuele bijlagen, uiterlijk ter zitting over te leggen.

Een na de zitting ingediend formulier (of eventuele bijlage) wordt niet in behandeling genomen, tenzij u daartoe door de Afdeling bestuursrechtspraak uitdrukkelijk in de gelegenheid bent gesteld.

per procespartij kan slechts één formulier worden ingediend.

Het volledig invullen van het formulier betekent niet zonder meer dat alle gemaakte kosten zullen worden vergoed.

De eventuele veroordeling betreft geen volledige vergoeding, maar een tegemoetkoming in de kosten, mede gebaseerd op forfaitaire bedragen.

Het niet volledig invullen van het formulier kan ertoe leiden dat bepaalde kostenposten reeds om die reden niet voor vergoeding in aanmerking komen.

De Afdeling bestuursrechtspraak zal in de einduitspraak omtrent de eventuele vergoeding de gevraagde proceskosten beslissen. Deze beslissing wordt in het algemeen niet nader gemotiveerd of gespecificeerd.
Het kan zijn dat de Afdeling bestuursrechtspraak eerst een tussenuitspraak doen (artikel 8:80a in samenhang met artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht). Indien na de tussenuitspraak proceskosten opkomen waarvan u vergoeding wenst, dient u hierom (bijvoorbeeld in de zienswijze) afzonderlijk te verzoeken.

Over uitspraken – en dus ook over de hoogte van de eventuele tegemoetkoming – wordt niet gecorrespondeerd of anderszins van gedachte gewisseld

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden