Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (drugs) Archives - CBR-Advocaat https://cbr-advocaat.nl/cbr-onderzoek-rijgeschiktheid-drugs/ Tue, 31 Dec 2024 13:44:19 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.6.2 Rijbewijs terug vanwege evenredigheidstoets ondanks ongeschiktheid https://cbr-advocaat.nl/rijbewijs-terug-vanwege-evenredigheidstoets-ondanks-ongeschiktheid/ https://cbr-advocaat.nl/rijbewijs-terug-vanwege-evenredigheidstoets-ondanks-ongeschiktheid/#respond Tue, 31 Dec 2024 13:44:19 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2134 We zien het niet vaak, maar laatst heeft iemand toch zijn rijbewijs van de voorzieningenrechter teruggekregen ondanks dat de rechter vond dat de psychiater terecht tot ongeschiktheid is gekomen. Eigenlijk geldt dan de hoofdregel dat de betrokkene een recidiefvrije periode van een jaar in acht moet nemen, maar bij hoge uitzondering gaf de voorzieningenrechter het […]

The post Rijbewijs terug vanwege evenredigheidstoets ondanks ongeschiktheid appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
We zien het niet vaak, maar laatst heeft iemand toch zijn rijbewijs van de voorzieningenrechter teruggekregen ondanks dat de rechter vond dat de psychiater terecht tot ongeschiktheid is gekomen. Eigenlijk geldt dan de hoofdregel dat de betrokkene een recidiefvrije periode van een jaar in acht moet nemen, maar bij hoge uitzondering gaf de voorzieningenrechter het rijbewijs nu dan toch terug.

De rechtbank Rotterdam overwoog in de uitspraak van 9 december 2024 als volgt (ECLI:NL:RBROT:2024:12296):

10.1.

De Wvw 1994 is een wet in formele zin en artikel 131, eerste lid, van de Wvw 1994 (waarop het opgelegde onderzoek is gebaseerd) is dwingend geformuleerd. Dit maakt dat deze bepaling niet kan worden getoetst aan het evenredigheidsbeginsel.3

De voorzieningenrechter ziet dan ook geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de gevolgen van het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid van verzoeker door de wetgever niet zijn voorzien.

10.2.

Voor zover verzoeker betoogt dat artikel 8.8 van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (waarin staat dat bij een vaststelling van misbruik van psychoactieve middelen vervolgens een recidiefvrije periode van één jaar wordt gehanteerd voor herkeuring) onevenredig voor hem uitwerken, overweegt de voorzieningenrechter het volgende.

De Regeling eisen geschiktheid 2000 is geldend vanaf juli 2021. Uit recente jurisprudentie blijkt vervolgens dat de vraag die in dit verband beantwoord moet worden is of het bestreden besluit voor verzoeker onredelijk bezwarend is.4 De voorzieningenrechter ziet aanleiding te oordelen dat dit in het voorliggende geval zo is en dat door het CBR meer maatwerk moet worden geboden. Het is niet betwist dat verzoeker een first offender is, dat hij zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn werk en dat, als hij zijn werk kwijt raakt, dit directe gevolgen heeft voor (de stabiliteit van) zijn gezinsleven. Daar komt bij dat verzoeker zich ook strafrechtelijk nog moet verantwoorden voor het door de politie geconstateerde feit en dat hij voor deze zaak in de maand december 2024 op een zitting van de politierechter zal dienen te verschijnen. Wanneer de voorzieningenrechter overigens een vergelijking maakt met de richtlijn van het Openbaar Ministerie ten aanzien van de strafrechtelijke afdoening van dit geval, bepaalt de richtlijn dat de Officier van Justitie een straf zou moeten eisen van een geldboete van € 950,- en een onvoorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van acht maanden. Dit betreft dus een kortere rijontzegging dan de recidiefvrije periode die is opgenomen in de Regeling eisen geschiktheid 2000, waarop het CBR zich beroept. Gelet op deze feiten en omstandigheden is de voorzieningenrechter van oordeel dat in dit geval aan verzoeker de mogelijkheid moet worden geboden om na 1 maart 2025 (na een periode van ruim acht maanden) een herkeuring te ondergaan. De voorzieningenrechter neemt daarbij in dit geval ten positieve mee dat verzoeker dermate geschrokken is door de situatie dat hij zelf hulp heeft gezocht bij De Hoop GGZ ten aanzien van wat is voorgevallen. Wat de voorzieningenrechter betreft dient dit niet ten nadele van verzoeker te worden meegenomen, nu verzoeker op de zitting ook heeft verklaard dat hij eigenlijk niet tot de doelgroep van die instelling behoorde en er daardoor niet veel aan heeft gehad.

10.3De voorzieningenrechter is op grond van het vorenstaande van oordeel dat het bestreden besluit in bezwaar naar alle waarschijnlijkheid geen stand zal houden voor zover dat besluit ziet op de duur van de recidiefvrije periode, zoals die in beginsel volgt uit de Regeling. De door verzoeker aangevoerde feiten en omstandigheden maken dat de toepassing van de Regeling voor wat betreft de recidiefvrije periode in dit geval tot een onevenredige uitkomst zou leiden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter dient het CBR in dit soort situaties meer maatwerk in een individueel geval toe te passen.

The post Rijbewijs terug vanwege evenredigheidstoets ondanks ongeschiktheid appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/rijbewijs-terug-vanwege-evenredigheidstoets-ondanks-ongeschiktheid/feed/ 0
Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/ https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/#respond Tue, 09 Jul 2024 11:16:34 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2113 Bij het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid schorst het CBR in de meeste gevallen tevens de geldigheid van het rijbewijs. Dat betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag rijden. Dat heeft natuurlijk een forse impact op een betrokkene. U kunt proberen om de schorsing dan nog aan te vechten, maar de […]

The post Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Bij het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid schorst het CBR in de meeste gevallen tevens de geldigheid van het rijbewijs. Dat betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag rijden. Dat heeft natuurlijk een forse impact op een betrokkene. U kunt proberen om de schorsing dan nog aan te vechten, maar de kans van slagen is niet groot. Slechts in uitzonderlijke gevallen haalt de rechter de schorsing ervan af.

Een voorbeeld van een gunstige uitspraak is die van de rechtbank Zeeland West-Brabant van 12 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7560.
Het gaat hier om een zeer uitzonderlijke situatie waarbij de rechter bij voorlopige voorziening het rijbewijs aan de betrokkene heeft teruggegeven vanwege het feit dat hij slechts een heel klein stukje had gereden en hij daarnaast het rijbewijs echt dringend nodig had vanwege zijn werk.
De rechtbank stelde allereerst vast dat de betrokkene het rijbewijs terug heeft gekregen via een klaagschriftprocedure:
Aan eiser is een rijbewijs afgegeven. Op 7 november 2021 is hij door de politie aangehouden op verdenking van het rijden onder invloed van alcohol. Uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal volgt dat bij eiser een ademalcoholgehalte van 845 µg/l is vastgesteld.
Het rijbewijs van eiser is ingevorderd. Eiser heeft een klaagschrift ingezonden. Bij beschikking van 1 december 2021 is het beklag gegrond verklaard en de teruggave van het rijbewijs aan eiser gelast. Aangegeven is dat gelet op het promillage dat is aangetroffen, het belang van de verkeersveiligheid in beginsel een inhouding van het rijbewijs voor langere duur kan dragen. Echter, gelet op de bijzonder omstandigheden waaronder de overtreding is begaan en het feit dat eiser zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn onderneming en dat eiser zijn rijbewijs al een maand kwijt is, heeft de raadkamer reden gezien om de persoonlijke omstandigheden zwaarder te laten wegen en het rijbewijs eerder terug te geven.

De rechtbank bevestigde daarna het dwingendrechtelijke karakter van de CBR-regelgeving:

Vast staat dat eiser de hier bedoelde regel niet heeft nageleefd en dat bij hem een zodanig hoog ademalcoholgehalte is vastgesteld dat het CBR op grond van artikel 23, eerste lid, aanhef en onder a van de ‘Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011’ (de Regeling) meteen een onderzoek diende op te leggen. Op grond van artikel 6 van de Regeling schorst het CBR in zo’n geval ook de geldigheid van het rijbewijs.
De dwingendrechtelijke bepalingen waarop de beslissing tot het opleggen van een onderzoek en het schorsen van het rijbewijs is gebaseerd bieden het CBR geen ruimte voor een belangenafweging.

Maar, de rechtbank geeft aan dat er wel een evenredigheidstoets kan plaatsvinden:

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan een rechter in zeer uitzonderlijke gevallen oordelen dat de Regeling buiten toepassing moet blijven, omdat de gevolgen van de Regeling onevenredig uitwerken.

De rechtbank verwijst hiervoor naar AbRS 3 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2889 en 23 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:856.

En dan vat de rechtbank de verweren van de betrokkene samen:

“Eiser wijst er in dit verband op dat hij op 1 december 2021, met instemming van de officier van justitie, het rijbewijs van de raadkamer van de rechtbank Oost-Nederland retour heeft ontvangen. Sindsdien beschikte eiser weer over zijn rijbewijs en heeft hij gewoon gereden. Pas vier maanden later volgde het primaire besluit van het CBR naar aanleiding van een administratieve ‘veegmededeling’. Verder betwist eiser dat de verkeersveiligheid in het geding is geweest. Eiser wijst erop dat niet alleen de officier van justitie maar ook de klaagschriftrechter van mening waren dat het rijbewijs snel aan eiser kon worden teruggegeven. De officier is zelfs overgegaan tot een zeer uitzonderlijke afdoening: geen straf maar voorwaardelijke seponering van de zaak. Dit alles wijst erop dat er in deze zaak sprake is van zeer speciale en bijzondere omstandigheden, die maken dat er aanleiding is de Regeling in dit zeer uitzonderlijke geval buiten toepassing te laten, zoals ook door de rechtspraak van de AbRS mogelijk wordt gemaakt.
3.7.
Eiser wijst er verder op dat de voorzieningenrechter in haar uitspraak van 13 mei 2022 als volgt heeft overwogen:
“5.6 Verzoeker heeft betoogd dat hij niet de intentie had om in de nacht van 6 op 7 november 2021 zelf te gaan rijden. Hij had immers een taxi genomen om van een restaurant naar zijn hotel te gaan, waar hij zou overnachten. Nadat hij door omstandigheden het hotel was uitgezet en zijn auto de parkeergarage diende te verlaten, heeft verzoeker de nachtportier van het hotel gevraagd de auto naar buiten te rijden. Nadat de nachtportier een poging had ondernomen en te kennen gaf niet verder te kunnen rijden vanwege de vele elektronica in de auto, is verzoeker door de nachtportier gevraagd de auto zelf uit de garage te rijden. De nachtportier zou daarna de auto van verzoeker weer overnemen en verplaatsen naar een parkeerplaats. Verzoeker is aangehouden toen hij de parkeergarage uitreed.
5.7
Gelet op deze zeer specifieke omstandigheden, die door het CBR niet worden weersproken, kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter worden aangenomen dat verzoeker geenszins de intentie had om met alcohol op te rijden. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat eiser zich gedwongen voelde door de omstandigheden. De nachtportier had zijn auto al uit het vak gereden en durfde niet meer verder te rijden. Ook acht de voorzieningenrechter aannemelijk dat eiser niet van plan was op de openbare weg te rijden, maar enkel de auto uit de parkeergarage te rijden, zodat de nachtportier het weer van hem kon overnemen. Verder is gebleken dat verzoeker niet eerder is aangehouden voor dronken rijden en dat hij gemotiveerd heeft aangegeven zijn rijbewijs nodig te hebben voor zijn werk.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan gelet op deze omstandigheden niet worden uitgesloten dat de gevolgen van de Regeling onevenredig uitwerken voor verzoeker.”

De rechtbank oordeelt als volgt.

De rechtspraak maakt het mogelijk om ook bij een dwingendrechtelijke regeling een evenredigheidstoets uit te voeren, zoals de voorzieningenrechter heeft gedaan. De toets die de rechtbank daarbij aanlegt, is een hele strenge. De vraag is of er in dit specifieke geval reden is om de Regeling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te laten vanwege zeer bijzondere omstandigheden, die maken dat de gevolgen van het bestreden besluit onevenredig zijn in verhouding met de met het besluit te dienen doel.
Dat doel is het zwaarwegende belang van het borgen van de verkeersveiligheid. Bij de geringste twijfel aan de rijgeschiktheid moet het CBR de rijgeschiktheid van een persoon (laten) onderzoeken. Als uit het onderzoek blijkt dat er reden is om de betrokkene ongeschikt te achten om een voertuig te besturen, dan wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en kan eventueel na verloop van tijd, na een heronderzoek, het rijbewijs weer zijn geldigheid herkrijgen. Als uit het onderzoek blijkt dat er onvoldoende aanleiding is voor het oordeel “ongeschikt”, dan kan de persoon in kwestie zijn rijbewijs behouden. Zo wordt voorkomen dat daartoe ongeschikte personen met rijbewijs aan het verkeer blijven deelnemen.
De gevolgen voor eiser zijn met name te vatten in een gevoel van onrecht. Hij had geen intentie om te rijden en is fel tegen alcohol in het verkeer. Eiser ervoer een gevoel van dwang waarin hij zich genoodzaakt voelde om de auto toch uit de parkeergarage te rijden. De rechtbank begrijpt deze gevoelens, maar van ingrijpende sociale of financiële gevolgen is in de situatie van eiser niet gebleken. Het gestelde onrecht is, anders dan eiser heeft bepleit, in dat opzicht niet te vergelijken met de gevolgen die bijvoorbeeld de slachtoffers van de toeslagenaffaire hebben ervaren.
De rechtbank acht het juist dat de voorzieningenrechter daarbij ook de omstandigheden heeft betrokken waaronder is geconstateerd dat eiser reed. Dat doet de rechtbank ook en ook de rechtbank gaat uit van de lezing zoals eiser die van de feiten en omstandigheden heeft gegeven, namelijk dat hij voor hem onverwacht het hotel moest verlaten en dat het de nachtportier niet lukte om, desgevraagd, eisers auto uit de onder het hotel gelegen parkeergarage te verplaatsen naar het tegenover het hotel gelegen parkeerterrein, zodat eiser op verzoek van de nachtportier zelf de auto heeft bestuurd tot deze net buiten de parkeergarage – op het terrein van het hotel – was. Op dat moment is eiser door de politie aangesproken.
De rechtbank gaat eveneens uit hetgeen eiser heeft gesteld omtrent de strafrechtelijke invordering van zijn rijbewijs, de teruggave daarvan door de strafraadkamer en de afdoening van de strafzaak.
Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat het CBR, vermoedelijk door de late “veegmelding” pas nadien haar besluit heeft genomen, zodat eisers rijbewijs pas vier maanden na teruggave ervan door de strafraadkamer, door het CBR is geschorst.
Die omstandigheden samen zijn, gevoegd bij de omstandigheid dat eiser als zelfstandige voor het verwerven van zijn inkomen geheel afhankelijk is van het gebruik van zijn auto, ook voor de rechtbank voldoende grond voor het oordeel dat het schorsen van de geldigheid van het rijbewijs na 13 mei 2022 in dit geval niet evenredig is.
Het beroep van eiser is in zoverre gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit, voor zover daarbij de schorsing van het rijbewijs na 13 mei 2022 in stand is gelaten, vernietigen.
Dat oordeel geldt uitdrukkelijk niet voor de maatregel dat aan eiser een onderzoek is opgelegd. De rechtbank ziet in de omstandigheden waaronder is vastgesteld dat eiser met alcohol een auto bestuurde geen aanleiding voor het oordeel dat aan hem geen onderzoek kon worden opgelegd. De omstandigheid dat eiser fel tegen alcohol in het verkeer is, wat daarvan ook zij, geen reden voor een andere conclusie. Het gevolg van deze maatregel is immers slechts dat eiser verplicht werd een onderzoek te ondergaan en daarvan de kosten moest dragen.

Dus conclusie: Schorsing gaat eraf, maar de betrokkene moet het onderzoek wel doen.

The post Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/feed/ 0
Prikangst voor bloedonderzoek CBR https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/ https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/#respond Mon, 03 Jul 2023 22:40:43 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2068 Een bloedonderzoek in het kader van de CBR-procedure is verplicht in het kader van de alcoholkeuringen en drugskeuringen (THC-COOH). Maar hoe moet dit nu als de betrokkene leidt aan prikangst. Het CBR heeft hier thans beleid voor geformuleerd; Te overwegen valt om een bloedonderzoek achterwege te laten als: Betrokkene ook al een bloedonderzoek geweigerd had […]

The post Prikangst voor bloedonderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Een bloedonderzoek in het kader van de CBR-procedure is verplicht in het kader van de alcoholkeuringen en drugskeuringen (THC-COOH). Maar hoe moet dit nu als de betrokkene leidt aan prikangst. Het CBR heeft hier thans beleid voor geformuleerd;

Te overwegen valt om een bloedonderzoek achterwege te laten als:

  1. Betrokkene ook al een bloedonderzoek geweigerd had bij de politie wegens angst;
  2. Betrokkene geen uiterlijke kenmerken heeft die deze fobie tegenspreken (bv oorbellen, piercings of tatoeages);
  3. Uit een medische verklaring blijkt van een objectief vastgestelde fobie die een bloedonderzoek onwenselijk maakt;
  4. De keurend psychiater die zelf het bloed afneemt constateert dat afname onwenselijk is.

In deze gevallen kan dan een urineonderzoek worden gedaan.

Werkwijze bij prikangst

Hoe dan om te gaan met deze gevallen indien betrokkene geen bloedonderzoek drugs wil laten doen in het kader van het onderzoek naar de geschiktheid? Logischerwijs kan dit alleen als geldige reden worden overwogen als betrokkene om die reden ook al het bloedonderzoek bij de politie heeft geweigerd. Indien er een uitslag van het NFI is, dan kan het nu ineens om die reden weigeren van een bloedonderzoek geen aannemelijke reden zijn.

Als men vanwege een weigering i.v.m. angst voor naalden door de specialist wordt onderzocht en nu wederom weigert mee te werken aan het bloedonderzoek, dan is daarvoor medisch bewijs nodig.

Gezien het voorgaande is het niet de bedoeling dat dit medisch bewijs bestaat uit een artsenverklaring die louter bestaat uit de verklaring van betrokkene zelf. De arts zal zelf moeten hebben vastgesteld dat sprake is van een naaldenfobie, die dermate ernstig is dat een bloedonderzoek onwenselijk is. Dit kan zijn omdat betrokkene bijvoorbeeld ook niet meer is gevaccineerd of in therapie is geweest voor deze fobie. En daarbij is ook van belang dat de specialist bij het onderzoek let op de aanwezigheid van piercings en tatoeages die een ernstige fobie voor naalden onvoldoende aannemelijk maakt.

Juridisch kader prikangst

In het strafrecht is herhaaldelijk geoordeeld dat er sprake moet zijn van een bijzondere geneeskundige reden op grond waarvan de verdachte niet verplicht zou zijn om aan het bloedonderzoek deel te nemen. Een angst voor naalden valt volgens het Gerechtshof Amsterdam niet zonder meer onder die categorie (ECLI:NL:RBAMS:2018:1794, ECLI:NL:GHAMS:2019:264), waarbij is overwogen dat een huisartsenverklaring ook niet meetelt indien dit alleen een weergave is van wat betrokkene hierover verklaart.

Ook in het bestuursrecht (zie ECLI:NL:RVS:2003:AO0789) wordt bevestigd dat een betrokkene aannemelijk moet maken dat hij om bijzondere geneeskundige redenen geen medewerking aan een bloedonderzoek kan verlenen. Dat is niet het geval als nergens blijkt van objectief vastgestelde medische beletselen om aan het bloedonderzoek mee te werken. De enkele stelling dat iemand angst heeft voor naalden, kan dan ook niet leiden tot de conclusie dat er geen sprake is van een weigering.

Tot nu toe zijn er nog geen uitspraken bekend van het aannemen als reden voor het niet afnemen van bloed dat men bang is voor naalden. Wat wel als geldige reden kan worden aangemerkt voor het niet meewerken aan het bloedonderzoek, is als de arts op het politiebureau merkt dat het afnemen van bloed een dusdanige angstreactie teweegbrengt dat een bloedafname beslist onwenselijk is. Maar dit zijn de gevallen waarin de deskundige dus zelf aanwezig is op het politiebureau.

 

The post Prikangst voor bloedonderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/feed/ 0
Maximale THC-waarde in bloed bij onderzoek psychiater CBR https://cbr-advocaat.nl/maximale-thc-waarde-in-bloed-bij-onderzoek-psychiater-cbr/ https://cbr-advocaat.nl/maximale-thc-waarde-in-bloed-bij-onderzoek-psychiater-cbr/#respond Thu, 09 Mar 2023 09:58:38 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2058 Regelmatig krijgen wij de vraag wat de maximale grens is van THC is het bloed in het kader van een psychiatrisch onderzoek van het CBR. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van verschillende factoren; Als iemand bij de psychiater verklaart al enkele weken geen cannabis te hebben gebruikt, dan mag er eigenlijk geen restproduct […]

The post Maximale THC-waarde in bloed bij onderzoek psychiater CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Regelmatig krijgen wij de vraag wat de maximale grens is van THC is het bloed in het kader van een psychiatrisch onderzoek van het CBR.
Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van verschillende factoren;

Als iemand bij de psychiater verklaart al enkele weken geen cannabis te hebben gebruikt, dan mag er eigenlijk geen restproduct van cannabis meer worden aangetroffen.

Als iemand verklaart nog recreatief te gebruiken, is de grens:

  • Voor volbloed (40 u/l)
  • of serum (73 u/l)

Alleen dan is er nog sprake van recreatief gebruik.

The post Maximale THC-waarde in bloed bij onderzoek psychiater CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/maximale-thc-waarde-in-bloed-bij-onderzoek-psychiater-cbr/feed/ 0
Ernstig gestoord inzicht en gedrag en niet enkel aannemen op basis van verhoogde grenswaarden drugs in bloed https://cbr-advocaat.nl/ernstig-gestoord-inzicht-en-gedrag-en-niet-enkel-aannemen-op-basis-van-verhoogde-grenswaarden-drugs-in-bloed/ https://cbr-advocaat.nl/ernstig-gestoord-inzicht-en-gedrag-en-niet-enkel-aannemen-op-basis-van-verhoogde-grenswaarden-drugs-in-bloed/#respond Wed, 09 Mar 2022 12:15:39 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1973 Het CBR probeert nog wel eens een besluit voor het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid te baseren op ernstig gestoord inzicht en gedrag, maar dat is niet juist. Het onderzoek naar het drugsgebruik mag niet enkel worden gebaseerd op de overschrijding van de grenswaarde. Dat volgt uit een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, […]

The post Ernstig gestoord inzicht en gedrag en niet enkel aannemen op basis van verhoogde grenswaarden drugs in bloed appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het CBR probeert nog wel eens een besluit voor het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid te baseren op ernstig gestoord inzicht en gedrag, maar dat is niet juist. Het onderzoek naar het drugsgebruik mag niet enkel worden gebaseerd op de overschrijding van de grenswaarde. Dat volgt uit een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, 18 december 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:10832:
4.3.3 De voorzieningenrechter is gelet op de aangehaalde passage uit de toelichting voorshands van oordeel dat in het geval waarin het vermoeden dat een betrokkene niet beschikt over de geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorrijtuigen waarvoor een rijbewijs is afgegeven, in een geval waarin het gebruik van drogerende middelen aan de orde is, dit vermoeden, in dit geval van ernstig gestoord inzicht of gedrag, niet alleen kan worden gebaseerd op een bloedwaarde die hoger ligt dan de voor de drugs vastgestelde grenswaarde, maar dat in dat geval ook moet blijken van aanvullende gegevens die tot het vermoeden van ernstig gestoord inzicht of gedrag kunnen leiden.[…]

Nu, zoals verweerder ter zitting desgevraagd ook heeft bevestigd, in het onderhavige geval van aanvullende gegevens die het vermoeden van geestelijke ongeschiktheid rechtvaardigen geen sprake is, kon verweerder naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet op grond van artikel 131 van de Wvw aan verzoeker een onderzoek naar de rijgeschiktheid opleggen en van hem evenmin het rijbewijs invorderen. Het bezwaar heeft aldus redelijke kans van slagen.

Dit wil niet zeggen dat er bij rijden onder invloed van drugs geen onderzoek naar de rijgeschiktheid kan worden opgelegd oor het CBR. Dat kan op zich wel, maar dan op basis van een andere grondslag. Het is daarom belangrijk dat een advocaat zorgvuldig bekijkt of het besluit van het CBR op de juiste grondslag is gebaseerd.

The post Ernstig gestoord inzicht en gedrag en niet enkel aannemen op basis van verhoogde grenswaarden drugs in bloed appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/ernstig-gestoord-inzicht-en-gedrag-en-niet-enkel-aannemen-op-basis-van-verhoogde-grenswaarden-drugs-in-bloed/feed/ 0
Grenswaarden urine-onderzoek CBR https://cbr-advocaat.nl/grenswaarden-urine-onderzoek-cbr/ https://cbr-advocaat.nl/grenswaarden-urine-onderzoek-cbr/#respond Thu, 10 Dec 2020 12:30:32 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1937 Regelmatig krijgen wij de vraag wat de grenswaarden zijn bij een urine-onderzoek vanwege drugsgebruik. Hierbij een overzicht van de verschillende grenswaarden: Soort drugs Grenswaarde Eenheid EDDP (Methadon) 100   ng/ml Cocaïne 300       ng/ml Cannabinoiden 50    ng/ml Opiaten 300   ng/ml Amfetaminen 500 ng/ml Benzodiazepinen 200 ng/ml Albumine 20   mg/l Bij een Kreatinine […]

The post Grenswaarden urine-onderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Regelmatig krijgen wij de vraag wat de grenswaarden zijn bij een urine-onderzoek vanwege drugsgebruik. Hierbij een overzicht van de verschillende grenswaarden:

Soort drugs Grenswaarde Eenheid
EDDP (Methadon) 100   ng/ml
Cocaïne 300       ng/ml
Cannabinoiden 50    ng/ml
Opiaten 300   ng/ml
Amfetaminen 500 ng/ml
Benzodiazepinen 200 ng/ml
Albumine 20   mg/l

Bij een Kreatinine < 2,0 mmol/l, zijn de negatieve uitslagen onvoldoende betrouwbaar i.v.m. te weinig geconcentreerde urine. En er geldt een Albumine/Kreatinine ratio   van 3,0 mg/mm/mol

The post Grenswaarden urine-onderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/grenswaarden-urine-onderzoek-cbr/feed/ 0
CBR onderzoek mogelijk bij verklaring dagelijks gebruik drugs https://cbr-advocaat.nl/cbr-onderzoek-mogelijk-bij-verklaring-dagelijks-gebruik-drugs/ https://cbr-advocaat.nl/cbr-onderzoek-mogelijk-bij-verklaring-dagelijks-gebruik-drugs/#respond Fri, 16 Oct 2020 13:18:15 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1934 Ook wanneer  iemand niet rijdend is gepakt, terwijl die onder invloed was, kan er door het CBR een onderzoek naar de rijgeschiktheid worden opgelegd. Het gaat dan evenwel om een medisch onderzoek. Dit onderzoek wordt in de praktijk vaak gebaseerd op het criterium ‘ernstig gestoord inzicht of gedrag’. In de jurisprudentie is dit inmiddels herhaaldelijk […]

The post CBR onderzoek mogelijk bij verklaring dagelijks gebruik drugs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Ook wanneer  iemand niet rijdend is gepakt, terwijl die onder invloed was, kan er door het CBR een onderzoek naar de rijgeschiktheid worden opgelegd. Het gaat dan evenwel om een medisch onderzoek. Dit onderzoek wordt in de praktijk vaak gebaseerd op het criterium ‘ernstig gestoord inzicht of gedrag’.

In de jurisprudentie is dit inmiddels herhaaldelijk bevestigd.
In ECLI:NL:RVS:2016:520 had de betrokkene verklaard dagelijks wiet te roken, had deze betrokkene een gebruikershoeveelheid bij zich, lagen er joints in de asbak en waren er antecedenten m.b.t. drugsgebruik. In ECLI:NL:RVS:2018:4069 werd de betrokkene als bestuurder door de politie gecontroleerd. Uit het mutatierapport bleek dat bij de betrokkene in de auto wiet, xtc en hasj werd aangetroffen. Bovendien verklaarde betrokkene dat hij (bijna) elke dag drugs gebruikte. De Raad overwoog expliciet:
Uit deze verklaring over zijn drugsgebruik kan, zoals de voorzieningenrechter terecht heeft overwogen, het frequente gebruik worden afgeleid. Daarbij hoeft, anders dan [appellant] ter zitting heeft gesteld, de precieze frequentie niet bekend te zijn. Gelet op deze feiten en omstandigheden bezien in onderlinge samenhang heeft het CBR zich op het standpunt mogen stellen dat [appellant] ernstig gestoord inzicht of gedrag heeft vertoond op grond waarvan een vermoeden bestaat dat hij niet langer beschikt over de geestelijke geschiktheid die is vereist voor het besturen van een motorrijtuig.

The post CBR onderzoek mogelijk bij verklaring dagelijks gebruik drugs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/cbr-onderzoek-mogelijk-bij-verklaring-dagelijks-gebruik-drugs/feed/ 0
Beoordeling gebruik dexamfetamine in het kader van CBR-keuring https://cbr-advocaat.nl/beoordeling-gebruik-dexamfetamine-in-het-kader-van-cbr-keuring/ https://cbr-advocaat.nl/beoordeling-gebruik-dexamfetamine-in-het-kader-van-cbr-keuring/#respond Thu, 13 Aug 2020 04:05:34 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1920 Wanneer in het kader van ADHD het medicijn dextro-amfetamine (dexamfetamine) wordt gebruikt, kan men door het CBR toch goedgekeurd worden. Bij gebruik van dexamfetamine wordt wel amfetamine gevonden in bloed met de standaardmethoden. Alleen via een maatwerk methode kan worden aangetoond of de drug amfetamine of dexamfetamine is gebruikt. Bij een gemiddelde dagdosering (tussen de […]

The post Beoordeling gebruik dexamfetamine in het kader van CBR-keuring appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Wanneer in het kader van ADHD het medicijn dextro-amfetamine (dexamfetamine) wordt gebruikt, kan men door het CBR toch goedgekeurd worden. Bij gebruik van dexamfetamine wordt wel amfetamine gevonden in bloed met de standaardmethoden. Alleen via een maatwerk methode kan worden aangetoond of de drug amfetamine of dexamfetamine is gebruikt.

Bij een gemiddelde dagdosering (tussen de 15 en 40 mg) van dexamfetamine kan het voorkomen dat de concentratie amfetamine in het
bloed boven de wettelijke limiet voor verkeersdeelname (50 ng/ml) zal uitkomen. Hoewel er grote verschillen kunnen bestaan
tussen individuen, gaat het CBR er van uit dat bij inachtneming van de voorgeschreven doseringen en de spreiding van de doses over de dag het niet waarschijnlijk zijn dat bij standaard dagdoseringen de concentratiewaarde meerdere malen hoger ligt dan de wettelijke limiet.

Bij een verweer dat de verhoogde amfetamineconcentraties wordt veroorzaakt door medicinaal gebruik van dexamfetamine te toetsen aan
de dagdoseringen, zoals deze zijn voorgeschreven door een arts. Een verklaring van de arts of apotheker is in dat kader als bewijs mogelijk.

Bij twijfel kan men bij deskundigen (zoals bijvoorbeeld klinische farmacologen of een klinisch chemicus) meer informatie hierover inwinnen.

Let wel op voor de strafrechtelijke procedure. Bij gebruik van dexamfetamine is er een verschil in de beoordeling binnen de strafrechtelijke procedure en de bestuursrechtelijk procedure. Bij een gemeten waarde van meer dan 50 mg/l (25 mg/l bij gebruik van meerdere psychoactieve middelen) mag men volgens het strafrecht niet deelnemen aan het verkeer, terwijl men wel rijgeschikt verklaard kan worden in de bestuursrechtelijke procedure bij het CBR.

The post Beoordeling gebruik dexamfetamine in het kader van CBR-keuring appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/beoordeling-gebruik-dexamfetamine-in-het-kader-van-cbr-keuring/feed/ 0
Onderzoek CBR bij gebruik medicinale cannabis https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-cbr-bij-gebruik-medicinale-cannabis/ https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-cbr-bij-gebruik-medicinale-cannabis/#respond Wed, 12 Jun 2019 21:56:43 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1899 Gebruikt u medicinale cannabis dan loopt u het risico op problemen met het CBR en het OM, als u na een positieve bloedonderzoek wordt aangemeld voor een psychiatrisch onderzoek. Op zich kunt u best geschikt kunt worden verklaard bij gebruik van medicinale cannabis, mits het door een arts wordt voorgeschreven en via de apotheek wordt […]

The post Onderzoek CBR bij gebruik medicinale cannabis appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Gebruikt u medicinale cannabis dan loopt u het risico op problemen met het CBR en het OM, als u na een positieve bloedonderzoek wordt aangemeld voor een psychiatrisch onderzoek. Op zich kunt u best geschikt kunt worden verklaard bij gebruik van medicinale cannabis, mits het door een arts wordt voorgeschreven en via de apotheek wordt geleverd en u geen rijgevaarlijke bijwerkingen van dat gebruik ervaart. Strafbaar is het wel, maar daar komen nog uitzonderingen op. De wetgever is daar nog mee bezig. Op dit moment is het zo dat je in voorkomend geval, als je kunt bewijzen dat je medicinaal gebruiker bent, niet vervolgd wordt door het OM.

In ECLI:NL:RVS:2017:456 heeft de Afdeling overwogen dat:

“In het verslag staat dat [appellant], naar eigen zeggen, dagelijks blowde. Vaststaat dat dit gebruik van cannabis geen medicinaal gebruik betrof, aangezien geen sprake was van op voorschrift van een arts via de apotheek verstrekte medicinale cannabis. De door [appellant] gestelde omstandigheden dat de cannabis die hij gebruikte nagenoeg hetzelfde was als de medicinale cannabis Bedrocan die hij sinds 5 augustus 2016 gebruikt en dat dat gebruik in overleg en op aanraden van Kuipers plaatsvond, maken niet dat het gebruik kan worden gelijkgesteld met medicinaal cannabisgebruik.”

Hiermee impliceert de Afdeling dat bij medicinaal gebruik geen drugsmisbruik aan de orde hoeft te zijn.

 

Verder heeft het NHG in een rapportage beschreven dat bij medicinaal gebruik, als de patiënt goed is ingesteld en geen sedatie ervaart, deelname aan het verkeer volgens het CBR mogelijk is. Hierin staat het volgende:

“Als de patiënt goed is ingesteld en geen sedatie ervaart, is deelname aan het verkeer volgens de inhoudelijke adviezen van de beroepsverenigingen en CBR mogelijk. Bij dagelijks gebruik is medicinale cannabis doorgaans na twee weken rijveilig, bij incidenteel gebruik vanaf vijftien uur na inname (www.rijveiligmetmedicijnen.nl). Sinds 1 juli 2017 maakt het strafrecht echter geen uitzondering meer tussen cannabis op recept of cannabis voor recreatief gebruik. Als de grenswaarde voor THC overschreden wordt, is er sprake van overtreding van artikel 8, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft op 13 oktober 2017 aangegeven een uitzondering te willen maken op de strafbaarstelling voor gebruikers van cannabis op recept, maar het (wetgevings)proces om de uitzondering te bewerkstelligen kost tijd. In de tussentijd blijft de politie handhaven op de huidige wetgeving. De nieuwe wetgeving is niet van toepassing op gebruikers van cannabisolie die alleen CBD bevat (Bedrolite CBD-olie en cannabis CBDolie 2, 5 en 10%), aangezien in de wet alleen grenswaarden voor THC opgenomen zijn. Bij gebruik van cannabisolie van drogist of internet is onduidelijk welke inhoudsstoffen deze olie bevat. Aanwezigheid van THC is niet uitgesloten en daarom lopen gebruikers kans de nieuwe Wegenverkeerswet te overtreden.” (https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/final_nhg-standpunt_cannabis.pdf)

Verder is het mogelijk aan de medisch adviseur van het CBR toestemming te vragen om te mogen rijden bij gebruik van medicinale cannabis. Dat doe je door een gezondheidsverklaring in te vullen.

In ECLI:NL:RVS:2018:4265 heeft de Afdeling bepaald dat onder medicinaal gebruik wordt verstaan het op voorschrift van een arts verstrekt worden van via de apotheek geleverde medicinale cannabis:

“Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:456 is voor medicinaal gebruik vereist dat het op voorschrift van een arts wordt verstrekt met via de apotheek verstrekte medicinale cannabis. De rechtbank heeft terecht overwogen dat nu [appellante] de aan haar ten tijde van het onderzoek op 8 mei 2017 voorgeschreven hoeveelheid Cannabis Flos van 0,3 gram zelf aanvulde – daargelaten op welke wijze zij dat deed – geen sprake is van, zoals zij stelt, uitsluitend medicinaal cannabisgebruik. Dat aan [appellante] op 14 juni 2017 door de neuroloog een dosis van 1,5 gram per dag is voorgeschreven, betreft een omstandigheid van na het opmaken van het rapport van psychiater Al Shamma. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen kan daarom met dit recept geen rekening worden gehouden. Anders dan [appellante] heeft aangevoerd, moet worden geoordeeld dat haar dagelijkse cannabisgebruik voorafgaand aan het onderzoek van 8 mei 2017, dat ten grondslag ligt aan de diagnose cannabismisbruik en de ongeldigverklaring van haar rijbewijs, terecht niet uitsluitend als medicinaal gebruik is aangemerkt. Daarbij komt dat, zoals het CBR heeft gesteld, blijkens de informatiebrochure voor artsen en apothekers over medicinale cannabis van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport migraine, hoofdpijn en spierspanningen geen erkende indicatie voor medicinaal cannabisgebruik vormen.”

Uit ECLI:NL:RVS:2019:1207 volgt dat het CBR als vuistregel hanteert dat per geval wordt bekeken of iemand bij gebruik van medicinale cannabis geschikt kan worden bevonden, waarbij klachten waarvoor het middel wordt voorgeschreven worden betrokken. Het CBR sluit dus niet op voorhand de rijgeschiktheid van gebruikers van medicinale cannabis uit:

“Als dit wel volgens de richtlijnen had gekund, had de psychiater volgens het CBR mogelijk de geschiktheid van [appellant] anders beoordeeld. Het CBR sluit geschiktverklaring bij gebruik van medicinale cannabis niet categorisch uit. De Afdeling zal daarom beoordelen of de psychiater, het CBR en de rechtbank terecht doorslaggevende betekenis hebben toegekend aan de omstandigheid dat medicinale cannabis in de richtlijnen niet als behandeloptie voor de aandoeningen ADHD en PDD-NOS is opgenomen.”

En

“Ter zitting heeft het CBR hieraan toegevoegd dat per geval wordt bekeken of iemand bij gebruik van medicinale cannabis geschikt kan worden bevonden, waarbij de klachten waarvoor het middel wordt voorgeschreven, worden betrokken. Omdat de psychiater op grond van de richtlijnen van de NVvP heeft geconcludeerd dat het middel niet geschikt is voor de aandoeningen van [appellant], is in dit geval geconcludeerd tot misbruik en heeft geen nader onderzoek plaatsgevonden.

In aanmerking genomen hetgeen hiervoor onder 5.3 is overwogen over de betekenis van de richtlijnen van de NVvP bij de beoordeling van de rijgeschiktheid, heeft het CBR niet zonder meer van de psychiatrische rapporten en de daarin gestelde diagnose cannabismisbruik kunnen uitgaan. Het bij het besluit op bezwaar gehandhaafde besluit van 10 augustus 2017 tot ongeschiktverklaring voor de rijbewijscategorie B is derhalve niet deugdelijk gemotiveerd. De rechtbank heeft dit niet onderkend.”

De wetgever is ook nog bezig met het bekijken van mogelijke oplossingen zodat medicinale gebruikers van cannabis niet strafbaar zijn. Bovendien werkt het op dit moment zo dat de OvJ de verdachte in de gelegenheid stelt een doktersrecept te sturen indien tegen hem proces-verbaal wordt opgemaakt op verdenking van rijden onder invloed van drugs, mits diegene geen gevaarlijk rijgedrag vertoonde vóór de staandehouding. In https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29398-644.pdf schrijft de minister:

“Bij de parlementaire behandeling van de Wet drugs in het verkeer is over het gebruik van geneesmiddelen gesproken. Uw Kamer heeft toen ingestemd met de lijn om geen onderscheid te maken tussen medicinaal en recreatief gebruik van de stoffen, omdat de verkeersveiligheid in de Wegenverkeerswet 1994 centraal staat en niet de reden van gebruik. Zoals in de antwoorden op de Kamervragen van 12 oktober 2017 is aangegeven, is dit standpunt gewijzigd. Bestuurders die op medisch voorschrift en onder behandeling van een arts geneesmiddelen gebruiken en voldoen aan de geschiktheidseisen van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), moeten kunnen deelnemen aan het verkeer zonder daarbij strafbaar te zijn.”

En

“Als bij een bestuurder die op medisch voorschrift geneesmiddelen gebruikt een test wordt afgenomen waarvan het resultaat positief is, kan de bestuurder bij de politie aangeven, indien het geneesmiddel een stof bevat waarvoor een grenswaarde is vastgesteld, dat hij geneesmiddelen gebruikt. De politieagent zal dit in het proces-verbaal noteren. Aan bestuurders die geen afwijkend rijgedrag vertoonden en alleen een dergelijk geneesmiddel hebben gebruikt, wordt door het openbaar ministerie (OM) de gelegenheid geboden om een geldig doktersrecept in te sturen. Vervolgens wordt aan het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) gevraagd of de aangetroffen concentratie van de stof in het bloed past binnen de therapeutische range van de voorgeschreven dosering en wat de effecten daarvan zijn op de rijvaardigheid. Met inachtneming van deze en alle overige feiten en omstandigheden wordt beoordeeld of de geneesmiddelengebruiker zal worden vervolgd.”

The post Onderzoek CBR bij gebruik medicinale cannabis appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-cbr-bij-gebruik-medicinale-cannabis/feed/ 0
Eisen urineonderzoek CBR bij drugs https://cbr-advocaat.nl/eisen-urineonderzoek-cbr-bij-drugs/ https://cbr-advocaat.nl/eisen-urineonderzoek-cbr-bij-drugs/#respond Tue, 11 Jun 2019 22:36:33 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1896 Door het CBR gestelde eisen voor wat betreft de urineafname Tevens vinden er onderzoeken plaats bij een vermoeden op drugsmisbruik. Analoog aan de eisen voor bloedafname heeft het CBR hiervoor, mede op verzoek van de keurend psychiaters op het congres van 16 november jl., de volgende eisen opgesteld. Het laboratorium (zowel het laboratorium waar de […]

The post Eisen urineonderzoek CBR bij drugs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Door het CBR gestelde eisen voor wat betreft de urineafname Tevens vinden er onderzoeken plaats bij een vermoeden op drugsmisbruik. Analoog aan de eisen voor bloedafname heeft het CBR hiervoor, mede op verzoek van de keurend psychiaters op het congres van 16 november jl., de volgende eisen opgesteld.

  1. Het laboratorium (zowel het laboratorium waar de urineafname plaatsvindt als het laboratorium waar het feitelijke onderzoek wordt uitgevoerd) voldoet aan de kwaliteitsnorm ISO15189 en is geaccrediteerd door de RvA.
  2. Urineafname gebeurt onder toezicht van een bevoegde medewerker. Bij urineafname moet persoonsidentificatie plaatsvinden aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en het nummer van het identiteitsbewijs moet minimaal een jaar worden vastgelegd.
  3. Indien de uitvoering van de test wordt uitbesteed aan een ander laboratorium, moet het verzendend laboratorium zich ervan verzekeren dat het uitvoerend laboratorium zich aan de geldende Richtlijn houdt.
  4. U verricht standaard onderzoek op de volgende stoffen: Amfetamine, MDMA, Cannabis, Heroïne, Methadon, GHB, benzodiazepines.
  5. Bij een positieve screening (immunologie) wordt er standaard een confirmatietest (gaschromatograafmassaspectrofotometer) verricht voor de desbetreffende stof.
  6. De bepaling wordt uitgevoerd met een door de NVKC goedgekeurde methode. Verificatie van de bepalingsmethode gebeurt volgens de ISO 15189 norm.
  7. Bij de screening wordt standaard de kreatinine en pH waarde bepaald teneinde de betrouwbaarheid van het monster te testen.
  8. Na de analyse worden de monsters één jaar bewaard bij –20 ºC op het laboratorium waar de analyse is uitgevoerd. Monsters zijn opvraagbaar door opdrachtgever, cliënt of diens advocaat.
  9. Alle gegevens, inclusief die van alle kwaliteitscontrole- en calibratiemonsters, worden minimaal één jaar bewaard.

Nieuwsbrief keurend specialisten

The post Eisen urineonderzoek CBR bij drugs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/eisen-urineonderzoek-cbr-bij-drugs/feed/ 0