Meer informatie EMA Archives - CBR-Advocaat https://cbr-advocaat.nl/ema/ Sun, 25 Apr 2021 08:13:46 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.6.2 Onder invloed verschijnen bij EMA-cursus CBR alleen via blaastest vast te stellen https://cbr-advocaat.nl/onder-invloed-verschijnen-bij-ema-cursus-cbr-alleen-via-blaastest-vast-te-stellen/ https://cbr-advocaat.nl/onder-invloed-verschijnen-bij-ema-cursus-cbr-alleen-via-blaastest-vast-te-stellen/#respond Sun, 25 Apr 2021 08:13:46 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1949 Wanneer u onder invloed van alcohol of drugs verschijnt bij een EMA-cursus van het CBR, mag u de toegang worden geweigerd en mag het CBR op die grond uw rijbewijs ongeldig verklaren. Het onder invloed verschijnen moet echter wel objectief worden vastgesteld door middel van een blaastest (rb Den Haag, 1 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:3229). Onder […]

The post Onder invloed verschijnen bij EMA-cursus CBR alleen via blaastest vast te stellen appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Wanneer u onder invloed van alcohol of drugs verschijnt bij een EMA-cursus van het CBR, mag u de toegang worden geweigerd en mag het CBR op die grond uw rijbewijs ongeldig verklaren. Het onder invloed verschijnen moet echter wel objectief worden vastgesteld door middel van een blaastest (rb Den Haag, 1 maart 2016, ECLI:NL:RBDHA:2016:3229).

Onder invloed verschijnen EMA-cursus

Ingevolge artikel 9, aanhef en onder b, van de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid (de Regeling), verleent betrokkene onder meer niet de vereiste medewerking aan de educatieve maatregel, indien hij onder invloed van alcohol of andere drogerende stoffen op de desbetreffende cursus verschijnt.

Volgens de uitspraak van de Afdeling van 12 maart 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:842) dient het begrip “onder invloed van alcohol” in artikel 9 van de Regeling ruim uitgelegd te worden, in die zin dat elk promillage daar onder valt en dat het CBR waarde mag hechten aan de uitslag van een afgenomen blaastest.

Rechtbank: geen blaastest uitgevoerd

De rechtbank overweegt dat in het afloopbericht van 3 juli 2015 staat dat de trainer heeft verklaard op basis van zijn eigen reukvermogen te hebben geconstateerd dat de adem van eiser rook naar inwendig gebruik van alcoholhoudende drank. Eiser heeft vervolgens desgevraagd verklaard dat hij de avond vóór het gesprek tijdens een zakendiner vóór 20:00 uur twee glazen wijn heeft gedronken. Naar aanleiding hiervan heeft de trainer aan zijn collega [persoon B] gevraagd of zij hetzelfde constateerde. Gelet op die wijze van vraagstelling en het feit dat trainer [persoon B] volgens eiser heeft geantwoord dat zij ‘heel licht’ alcohol in zijn adem rook, is daarmee naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende vast komen te staan dat eiser onder invloed van alcohol is verschenen voor het nagesprek. Daarbij acht de rechtbank van belang dat eiser de waarneming van de trainers gemotiveerd heeft weersproken en een alternatief scenario heeft geboden, namelijk het gebruik van vitaminepillen. Zoals de gemachtigde van eiser ter zitting heeft toegelicht, kan een naar alcohol ruikende adem door een veelvoud aan omstandigheden worden veroorzaakt. Onder deze omstandigheden had het naar het oordeel van de rechtbank op de weg van verweerder gelegen de twijfel omtrent de adem van eiser weg te nemen en door middel van een blaastest objectief vast te stellen of eiser onder invloed van alcohol was. Dat een alcoholtest op de trainingslocatie niet beschikbaar was en dat [X] daartoe ook niet verplicht was, dient niet voor risico van eiser te komen. Immers is het aan verweerder aan te tonen dat eiser onder invloed was van alcohol, indien verweerder daaraan de conclusie wil verbinden dat eiser niet de vereiste medewerking aan de EMA heeft verleend.

Gelet op het vorenstaande heeft verweerder niet aangetoond dat eiser bij aanvang van het afloopgesprek onder invloed was van alcohol in de zin van artikel 9 van de Regeling en dat hij niet de vereiste medewerking aan de EMA heeft verleend.

The post Onder invloed verschijnen bij EMA-cursus CBR alleen via blaastest vast te stellen appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/onder-invloed-verschijnen-bij-ema-cursus-cbr-alleen-via-blaastest-vast-te-stellen/feed/ 0
Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/ https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/#respond Sun, 25 Apr 2021 08:01:48 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1947 Het gaat hier om de zogenaamde schrikborrel. Na het ongeval drinkt iemand nog alcohol thuis. Het verweer is dan dat er geen bewijs is dat iemand met het geconstateerde alcoholgehalte heeft gereden, omdat er na het rijden dus nog alcohol is genuttigd. Dit verweer heeft echter geen kans van slagen. In meerdere uitspraken heeft de […]

The post Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het gaat hier om de zogenaamde schrikborrel. Na het ongeval drinkt iemand nog alcohol thuis. Het verweer is dan dat er geen bewijs is dat iemand met het geconstateerde alcoholgehalte heeft gereden, omdat er na het rijden dus nog alcohol is genuttigd. Dit verweer heeft echter geen kans van slagen. In meerdere uitspraken heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat de bestuurder, door thuis nog alcohol te drinken, het risico heeft geschapen dat een betrouwbare vaststelling van het alcoholgehalte niet meer mogelijk is. Dit komt voor rekening en risico van de bestuurder (zie o.a. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:580.

In die uitspraak werd het volgende verwogen:

“Bij het voorgaande neemt de Afdeling in aanmerking dat de omstandigheid dat [appellant], in de periode gelegen tussen het ongeval en het ademalcoholonderzoek alcohol heeft gedronken, niet afdoet aan de bevoegdheid van het CBR om een asp op te leggen. Deze door [appellant] gevolgde handelwijze, waarmee hij zelf het risico heeft geschapen dat een betrouwbare vaststelling van het ademalcoholgehalte niet meer mogelijk was, brengt met zich dat een eventuele discrepantie tussen het gehalte tijdens het besturen en het gehalte ten tijde van de constatering voor zijn rekening en risico komt. Hetgeen [appellant] terzake naar voren heeft gebracht is onvoldoende voor het oordeel dat het CBR dit niet voor rekening en risico van [appellant] heeft mogen laten. De Afdeling verwijst hierbij naar haar uitspraak van 13 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3027.”

The post Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/feed/ 0
Geen EMA wanneer verdachte geen toestemming heeft gegeven voor bloedafname https://cbr-advocaat.nl/geen-ema-wanneer-verdachte-geen-toestemming-heeft-gegeven-voor-bloedafname/ https://cbr-advocaat.nl/geen-ema-wanneer-verdachte-geen-toestemming-heeft-gegeven-voor-bloedafname/#respond Sun, 05 Apr 2015 18:27:26 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1041 Het opleggen van een EMA wordt beheerst door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit betekent dat, indien sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, het gebruik van een zodanig bewijs in een procedure als de onderhavige is toegestaan, tenzij dit is verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid […]

The post Geen EMA wanneer verdachte geen toestemming heeft gegeven voor bloedafname appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het opleggen van een EMA wordt beheerst door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit betekent dat, indien sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs, het gebruik van een zodanig bewijs in een procedure als de onderhavige is toegestaan, tenzij dit is verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik van dit bewijs onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. Verwezen wordt in dit verband naar de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 12 april 2006, gepubliceerd in AB 2006,281.

Artikel 11 van de Grondwet waarborgt dat een ieder zich kan beroepen op de onaantastbaarheid van zijn lichaam, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen. Deze grondwettelijke bescherming van de lichamelijke integriteit dient ook door een behoorlijk handelende overheid te worden geëerbiedigd. Ingeval zonder toestemming een inbreuk wordt gemaakt op deze lichamelijke integriteit, bijvoorbeeld door middel van het afnemen van bloed, en niet is gebleken van feiten en omstandigheden die deze inbreuk rechtvaardigen, dan is het gebruik van de resultaten van het daarop volgende bloedonderzoek naar voorlopig oordeel onder alle omstandigheden ontoelaatbaar.

Anders dan verzoeker betoogt staat in dit geval echter in onvoldoende mate vast dat daadwerkelijk geen toestemming is gegeven voor het afnemen van bloed. Verweerster heeft in dit verband gewezen op het ambtsedig opgemaakt proces-verbaal van 28 november 2005, waarin door de betrokken verbalisant(en) wordt verklaard dat verzoeker toestemming heeft gegeven “voor het verrichten van onderzoek als bedoeld in artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994.” Hoewel voornoemd artikel 8 ziet op zowel het adem- als het bloedonderzoek, zodat het proces-verbaal in dit opzicht niet duidelijk maakt voor wélk onderzoek verzoeker nu toestemming zou hebben verleend, dient uit hetgeen in het vervolg van het in dit proces-verbaal is weergegeven te worden afgeleid dat de verleende toestemming ziet op het afnemen van bloed.

Een door een politieagent op ambtseed opgemaakt proces-verbaal vormt in het algemeen en ook in dit geval voldoende grondslag voor het standpunt van verweerster dat toestemming is gegeven voor bloedafname. Verweerster heeft terecht aangenomen dat in beginsel van de juistheid van tegenover beambten belast met onderzoek afgelegde verklaringen mag worden uitgegaan en dat daarbij aan latere verklaringen onvoldoende betekenis toekomt. Dat het door verweerster overgelegde afschrift van het proces-verbaal feitelijk niet is getekend, doet hieraan naar voorlopig oordeel niet af. Voor zover verzoeker heeft gesteld dat niet aannemelijk is dat hij toestemming heeft gegeven, gezien de toestand waarin hij na het hem overkomen ongeval naar het ziekenhuis is afgevoerd, merkt de voorzieningenrechter op dat uit het proces-verbaal blijkt dat verzoeker zijn personalia heeft opgegeven, zodat het er voor moet worden gehouden dat verzoeker goed in staat was te communiceren. Bovendien heeft hij zelf opgeworpen dat ten onrechte geen ademanalyse is uitgevoerd. Indien verzoeker zichzelf direct na het ongeval kennelijk in staat achtte tot het afleggen van een ademonderzoek , kan bezwaarlijk worden aangenomen dat hij op datzelfde moment fysiek niet in staat zou zijn geweest tot het geven van toestemming voor het afnemen van bloed.

Zie rechtbank Arnhem, 1 december 2012, ECLI:NL:RBARN:2006:AZ8629

The post Geen EMA wanneer verdachte geen toestemming heeft gegeven voor bloedafname appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/geen-ema-wanneer-verdachte-geen-toestemming-heeft-gegeven-voor-bloedafname/feed/ 0
Educatieve Maatregel naast strafzaak is geen dubbele straf https://cbr-advocaat.nl/educatieve-maatregel-naast-strafzaak-geen-dubbele-straf/ https://cbr-advocaat.nl/educatieve-maatregel-naast-strafzaak-geen-dubbele-straf/#respond Tue, 16 Sep 2014 05:55:31 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=978 Wanneer u met het CBR in aanraking komt, zit er meestal ook een strafrechtelijk traject aan vast. Zo krijgt u bij een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) ook te maken met het strafrecht, waarbij u vervolgd wordt voor rijden onder invloed, en bij een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) moet u vaak nog […]

The post Educatieve Maatregel naast strafzaak is geen dubbele straf appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Wanneer u met het CBR in aanraking komt, zit er meestal ook een strafrechtelijk traject aan vast. Zo krijgt u bij een Educatieve Maatregel Alcohol en verkeer (EMA) ook te maken met het strafrecht, waarbij u vervolgd wordt voor rijden onder invloed, en bij een Educatieve Maatregel Gedrag en verkeer (EMG) moet u vaak nog bij de strafrechter komen wegens te hard of gevaarlijk rijden. De vraag doet zich dan voor of u niet dubbel bestraft wordt.

Ne bis in idem

Het beginsel van ‘ne bis in idem’ verbiedt een dubbele bestraffing. U kunt niet twee keer worden bestraft voor hetzelfde feit. Vanuit die gedachte is regelmatig verweer gevoerd tegen een door het CBR opgelegde maatregel. Ook in de strafzaak zien we dit soort verweren regelmatig terugkomen. Alleen bij het alcoholslotprogramma heeft het verweer een enkele keer succes gehad, en is het Openbaar Ministerie in de strafzaak om die reden niet-ontvankelijk verklaard, maar over het algemeen wordt het verweer niet gehonereerd. Dit is ook in lijn met de jurisprudentie van het EHRM.

Hierbij wordt er steeds op gewezen dat het CBR enkel een maatregel oplegt met het oog op de verkeersveiligheid en dat deze maatregel geen punitief karakter heeft. Dat de hoge kosten die aan de maatregel verbonden zijn en de impact die de maatregel heeft wel als straf door de betrokkene wordt ervaren, is kennelijk niet redengevend.

Verspreking minister Schultz

Toch zien we in een verspreking van de verkeersminister Schultz dat de educatieve maatregel toch ook als straf wordt beschouwd. Een kritisch stuk over de Educatieve Maatregel lezen we op het blog van Mediavrijheid.nl . De auteur wijst op de verspreking van de minister die we kunnen lezen in de kamerstukken.

De minister zei het volgende:

Verder moet worden bedacht hoe bestaande overtreders worden aangepakt. Je kunt denken aan een educatieve maatregel, een straf waarbij je les krijgt in hoe je je moet gedragen. Zo’n cursus kost vaak €1.000, wat een afschrikwekkend effect kan hebben op de gemiddelde scooterrijder. Zo’n maatregel kan worden opgelegd door de gemeente.“”

Verweer voeren?

Ondanks deze verspreking, zien wij helaas nog geen mogelijkheden om het verweer van de dubbele bestraffing met succes iin de CBR-procedure te voeren. Alleen bij het alcoholslotprogramma kan het in uitzonderlijke gevallen een kans van slagen hebben, en is het het proberen waard. Er zijn echter nog wel andere verweren die u goed kunt voeren tegen de EMA en de EMG. Is er door het CBR aan u een Educatieve Maatregel opgelegd? Vul dan het aanmeldingsformulier op de website in, en wij nemen direct contact met u op.

 

The post Educatieve Maatregel naast strafzaak is geen dubbele straf appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/educatieve-maatregel-naast-strafzaak-geen-dubbele-straf/feed/ 0
Geen oproeping voor EMA ontvangen; rijbewijs terecht ongeldig? https://cbr-advocaat.nl/geen-oproeping-voor-ema-ontvangen-rijbewijs-terecht-ongeldig/ https://cbr-advocaat.nl/geen-oproeping-voor-ema-ontvangen-rijbewijs-terecht-ongeldig/#respond Thu, 13 Mar 2014 18:55:38 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=748 Het komt vaak voor. U hebt nooit een oproeping ontvangen voor een EMA, en ineens krijgt u een brief van het CBR dat u niet op een intakegesprek bent verschenen, en wordt uw rijbewijs ongeldig verklaard. Gelukkig hoeft u dat niet te accepteren. U kunt tegen deze beslissing van het CBR in bezwaar gaan. Belangrijk […]

The post Geen oproeping voor EMA ontvangen; rijbewijs terecht ongeldig? appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het komt vaak voor. U hebt nooit een oproeping ontvangen voor een EMA, en ineens krijgt u een brief van het CBR dat u niet op een intakegesprek bent verschenen, en wordt uw rijbewijs ongeldig verklaard. Gelukkig hoeft u dat niet te accepteren. U kunt tegen deze beslissing van het CBR in bezwaar gaan. Belangrijk is dan wel dat u kunt aantonen dat het vaker fout gaat met de postbezorging, zoals we zien in de uitspraak van de Raad van State van 28 november 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BY4436.

Wettelijk kader

Ingevolge artikel 132, eerste lid, zoals deze bepaling luidde ten tijde van belang, is degene die zich ingevolge het in artikel 131, eerste lid, bedoelde besluit dient te onderwerpen aan een onderzoek, behoudens bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde uitzonderingen, verplicht de daartoe vereiste medewerking te verlenen. Gelijke verplichting bestaat voor degene die zich ingevolge artikel 131, vierde lid, of artikel 134, vierde lid, dient te onderwerpen aan educatieve maatregelen ter bevordering van de rijvaardigheid of geschiktheid.

Ingevolge het tweede lid besluit het CBR bij gebreke van de in het eerste lid bedoelde medewerking onverwijld tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van de houder.

Ingevolge artikel 132, eerste lid, van het Reglement rijbewijzen, stelt het CBR zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van de volledige betaling van de kosten van de educatieve maatregel of maatregelen het tijdstip waarop en de plaats waar betrokkene de opgelegde educatieve maatregel of maatregelen dient te ondergaan, vast.

Ingevolge het tweede lid worden, indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het afwezigheidsbericht, tijd en plaats waarop betrokkene de hem opgelegde educatieve maatregelen dient te ondergaan, door het CBR opnieuw vastgesteld, tenzij naar het oordeel van het CBR geen sprake is van een geldige reden van verhindering.

Ingevolge het derde lid wordt, indien betrokkene niet op de vastgestelde tijd en plaats aanwezig is zonder dat van een geldige reden van verhindering blijkt, daarvan door de aangewezen deskundige of deskundigen onverwijld mededeling gedaan aan het CBR.

Uitspraak Raad van State

De Raad van State had gelukkig wel begrip voor de situatie van de betrokkene. Juist omdat die in voldoende mate heeft aangetoond dat het vaker fout gaat met de postbezorging, werd hij geloofd, en werd de beslissing van het CBR vernietigd. De rechter overwoog als volgt:

“Vaststaat dat het CBR [appellant] bij aangetekend verzonden brief van 13 december 2010 heeft opgeroepen voor de EMA op 10 februari 2011 en dat deze brief is verzonden naar het juiste adres. Vaststaat eveneens dat deze brief niet is afgehaald en aan het CBR is geretourneerd. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in haar uitspraak van 30 december 2009 in zaak nr. 200904217/1/H3 (www.raadvanstate.nl) is het vaste praktijk van – thans – PostNL dat, indien uitreiking van een aangetekend stuk aan de geadresseerde niet mogelijk blijkt, in de brievenbus van de geadresseerde een kennisgeving wordt achtergelaten dat het stuk gedurende een zekere termijn op het postkantoor kan worden afgehaald. [appellant] ontkent een dergelijke kennisgeving te hebben ontvangen. De oorzaak hiervan is volgens hem gelegen in de verplaatsing en vernummering van de woonwagens, hetgeen tot verwarring heeft geleid bij de postbezorging. Ter ondersteuning van deze stelling heeft hij bij brief van 12 september 2011 verklaringen en klachten aan TNT Post van andere bewoners overgelegd waaruit valt op te maken dat in ieder geval vanaf september 2010 problemen worden ondervonden met de postbezorging in het woonwagenkamp. Voorts heeft [appellant] een krantenartikel overgelegd waarin wordt uiteen gezet dat problemen met de postbezorging zijn ontstaan als gevolg van het vernummeren. Bovendien heeft [appellant] ter zitting bij de Afdeling verklaard dat de desbetreffende postbezorger van TNT Post naar aanleiding van de ingediende klachten is aangesproken op zijn wijze van postbezorging, hetgeen het CBR niet heeft weersproken. Voorts heeft [appellant] gesteld verscheidene keren telefonisch contact te hebben opgenomen met het CBR om te vragen wanneer de EMA zou plaatsvinden. Ook dit heeft het CBR niet weersproken. Het CBR heeft niet bij PostNL geïnformeerd naar de wijze waarop destijds de postbezorging in het woonwagenkamp is verlopen. Anders dan de rechtbank, is de Afdeling van oordeel dat [appellant] de ontvangst van de kennisgeving op een niet ongeloofwaardige wijze heeft ontkend. Nu het CBR naar aanleiding van hetgeen door [appellant] naar voren is gebracht geen enkel onderzoek heeft ingesteld, heeft het de ontvangst van de kennisgeving door [appellant] niet alsnog aannemelijk kunnen maken. De Afdeling volgt de rechtbank daarom niet in haar oordeel dat het CBR terecht heeft geconcludeerd dat [appellant] geen geldige reden van verhindering had om niet bij het voorgesprek van de EMA te verschijnen. Het CBR is dan ook ten onrechte overgegaan tot ongeldigverklaring van het rijbewijs van [appellant] wegens het ontbreken van de vereiste medewerking. Het betoog slaagt.”

The post Geen oproeping voor EMA ontvangen; rijbewijs terecht ongeldig? appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/geen-oproeping-voor-ema-ontvangen-rijbewijs-terecht-ongeldig/feed/ 0