Meer informatie onderzoek naar de rijgeschiktheid (bij alcohol) Archives - CBR-Advocaat https://cbr-advocaat.nl/cbr-onderzoek-rijgeschiktheid-alcohol/ Tue, 09 Jul 2024 11:16:34 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.6.2 Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/ https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/#respond Tue, 09 Jul 2024 11:16:34 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2113 Bij het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid schorst het CBR in de meeste gevallen tevens de geldigheid van het rijbewijs. Dat betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag rijden. Dat heeft natuurlijk een forse impact op een betrokkene. U kunt proberen om de schorsing dan nog aan te vechten, maar de […]

The post Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Bij het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid schorst het CBR in de meeste gevallen tevens de geldigheid van het rijbewijs. Dat betekent dat u vanaf dat moment niet meer mag rijden. Dat heeft natuurlijk een forse impact op een betrokkene. U kunt proberen om de schorsing dan nog aan te vechten, maar de kans van slagen is niet groot. Slechts in uitzonderlijke gevallen haalt de rechter de schorsing ervan af.

Een voorbeeld van een gunstige uitspraak is die van de rechtbank Zeeland West-Brabant van 12 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7560.
Het gaat hier om een zeer uitzonderlijke situatie waarbij de rechter bij voorlopige voorziening het rijbewijs aan de betrokkene heeft teruggegeven vanwege het feit dat hij slechts een heel klein stukje had gereden en hij daarnaast het rijbewijs echt dringend nodig had vanwege zijn werk.
De rechtbank stelde allereerst vast dat de betrokkene het rijbewijs terug heeft gekregen via een klaagschriftprocedure:
Aan eiser is een rijbewijs afgegeven. Op 7 november 2021 is hij door de politie aangehouden op verdenking van het rijden onder invloed van alcohol. Uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal volgt dat bij eiser een ademalcoholgehalte van 845 µg/l is vastgesteld.
Het rijbewijs van eiser is ingevorderd. Eiser heeft een klaagschrift ingezonden. Bij beschikking van 1 december 2021 is het beklag gegrond verklaard en de teruggave van het rijbewijs aan eiser gelast. Aangegeven is dat gelet op het promillage dat is aangetroffen, het belang van de verkeersveiligheid in beginsel een inhouding van het rijbewijs voor langere duur kan dragen. Echter, gelet op de bijzonder omstandigheden waaronder de overtreding is begaan en het feit dat eiser zijn rijbewijs nodig heeft voor zijn onderneming en dat eiser zijn rijbewijs al een maand kwijt is, heeft de raadkamer reden gezien om de persoonlijke omstandigheden zwaarder te laten wegen en het rijbewijs eerder terug te geven.

De rechtbank bevestigde daarna het dwingendrechtelijke karakter van de CBR-regelgeving:

Vast staat dat eiser de hier bedoelde regel niet heeft nageleefd en dat bij hem een zodanig hoog ademalcoholgehalte is vastgesteld dat het CBR op grond van artikel 23, eerste lid, aanhef en onder a van de ‘Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011’ (de Regeling) meteen een onderzoek diende op te leggen. Op grond van artikel 6 van de Regeling schorst het CBR in zo’n geval ook de geldigheid van het rijbewijs.
De dwingendrechtelijke bepalingen waarop de beslissing tot het opleggen van een onderzoek en het schorsen van het rijbewijs is gebaseerd bieden het CBR geen ruimte voor een belangenafweging.

Maar, de rechtbank geeft aan dat er wel een evenredigheidstoets kan plaatsvinden:

Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State kan een rechter in zeer uitzonderlijke gevallen oordelen dat de Regeling buiten toepassing moet blijven, omdat de gevolgen van de Regeling onevenredig uitwerken.

De rechtbank verwijst hiervoor naar AbRS 3 december 2020, ECLI:NL:RVS:2020:2889 en 23 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:856.

En dan vat de rechtbank de verweren van de betrokkene samen:

“Eiser wijst er in dit verband op dat hij op 1 december 2021, met instemming van de officier van justitie, het rijbewijs van de raadkamer van de rechtbank Oost-Nederland retour heeft ontvangen. Sindsdien beschikte eiser weer over zijn rijbewijs en heeft hij gewoon gereden. Pas vier maanden later volgde het primaire besluit van het CBR naar aanleiding van een administratieve ‘veegmededeling’. Verder betwist eiser dat de verkeersveiligheid in het geding is geweest. Eiser wijst erop dat niet alleen de officier van justitie maar ook de klaagschriftrechter van mening waren dat het rijbewijs snel aan eiser kon worden teruggegeven. De officier is zelfs overgegaan tot een zeer uitzonderlijke afdoening: geen straf maar voorwaardelijke seponering van de zaak. Dit alles wijst erop dat er in deze zaak sprake is van zeer speciale en bijzondere omstandigheden, die maken dat er aanleiding is de Regeling in dit zeer uitzonderlijke geval buiten toepassing te laten, zoals ook door de rechtspraak van de AbRS mogelijk wordt gemaakt.
3.7.
Eiser wijst er verder op dat de voorzieningenrechter in haar uitspraak van 13 mei 2022 als volgt heeft overwogen:
“5.6 Verzoeker heeft betoogd dat hij niet de intentie had om in de nacht van 6 op 7 november 2021 zelf te gaan rijden. Hij had immers een taxi genomen om van een restaurant naar zijn hotel te gaan, waar hij zou overnachten. Nadat hij door omstandigheden het hotel was uitgezet en zijn auto de parkeergarage diende te verlaten, heeft verzoeker de nachtportier van het hotel gevraagd de auto naar buiten te rijden. Nadat de nachtportier een poging had ondernomen en te kennen gaf niet verder te kunnen rijden vanwege de vele elektronica in de auto, is verzoeker door de nachtportier gevraagd de auto zelf uit de garage te rijden. De nachtportier zou daarna de auto van verzoeker weer overnemen en verplaatsen naar een parkeerplaats. Verzoeker is aangehouden toen hij de parkeergarage uitreed.
5.7
Gelet op deze zeer specifieke omstandigheden, die door het CBR niet worden weersproken, kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter worden aangenomen dat verzoeker geenszins de intentie had om met alcohol op te rijden. De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat eiser zich gedwongen voelde door de omstandigheden. De nachtportier had zijn auto al uit het vak gereden en durfde niet meer verder te rijden. Ook acht de voorzieningenrechter aannemelijk dat eiser niet van plan was op de openbare weg te rijden, maar enkel de auto uit de parkeergarage te rijden, zodat de nachtportier het weer van hem kon overnemen. Verder is gebleken dat verzoeker niet eerder is aangehouden voor dronken rijden en dat hij gemotiveerd heeft aangegeven zijn rijbewijs nodig te hebben voor zijn werk.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan gelet op deze omstandigheden niet worden uitgesloten dat de gevolgen van de Regeling onevenredig uitwerken voor verzoeker.”

De rechtbank oordeelt als volgt.

De rechtspraak maakt het mogelijk om ook bij een dwingendrechtelijke regeling een evenredigheidstoets uit te voeren, zoals de voorzieningenrechter heeft gedaan. De toets die de rechtbank daarbij aanlegt, is een hele strenge. De vraag is of er in dit specifieke geval reden is om de Regeling geheel of gedeeltelijk buiten toepassing te laten vanwege zeer bijzondere omstandigheden, die maken dat de gevolgen van het bestreden besluit onevenredig zijn in verhouding met de met het besluit te dienen doel.
Dat doel is het zwaarwegende belang van het borgen van de verkeersveiligheid. Bij de geringste twijfel aan de rijgeschiktheid moet het CBR de rijgeschiktheid van een persoon (laten) onderzoeken. Als uit het onderzoek blijkt dat er reden is om de betrokkene ongeschikt te achten om een voertuig te besturen, dan wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en kan eventueel na verloop van tijd, na een heronderzoek, het rijbewijs weer zijn geldigheid herkrijgen. Als uit het onderzoek blijkt dat er onvoldoende aanleiding is voor het oordeel “ongeschikt”, dan kan de persoon in kwestie zijn rijbewijs behouden. Zo wordt voorkomen dat daartoe ongeschikte personen met rijbewijs aan het verkeer blijven deelnemen.
De gevolgen voor eiser zijn met name te vatten in een gevoel van onrecht. Hij had geen intentie om te rijden en is fel tegen alcohol in het verkeer. Eiser ervoer een gevoel van dwang waarin hij zich genoodzaakt voelde om de auto toch uit de parkeergarage te rijden. De rechtbank begrijpt deze gevoelens, maar van ingrijpende sociale of financiële gevolgen is in de situatie van eiser niet gebleken. Het gestelde onrecht is, anders dan eiser heeft bepleit, in dat opzicht niet te vergelijken met de gevolgen die bijvoorbeeld de slachtoffers van de toeslagenaffaire hebben ervaren.
De rechtbank acht het juist dat de voorzieningenrechter daarbij ook de omstandigheden heeft betrokken waaronder is geconstateerd dat eiser reed. Dat doet de rechtbank ook en ook de rechtbank gaat uit van de lezing zoals eiser die van de feiten en omstandigheden heeft gegeven, namelijk dat hij voor hem onverwacht het hotel moest verlaten en dat het de nachtportier niet lukte om, desgevraagd, eisers auto uit de onder het hotel gelegen parkeergarage te verplaatsen naar het tegenover het hotel gelegen parkeerterrein, zodat eiser op verzoek van de nachtportier zelf de auto heeft bestuurd tot deze net buiten de parkeergarage – op het terrein van het hotel – was. Op dat moment is eiser door de politie aangesproken.
De rechtbank gaat eveneens uit hetgeen eiser heeft gesteld omtrent de strafrechtelijke invordering van zijn rijbewijs, de teruggave daarvan door de strafraadkamer en de afdoening van de strafzaak.
Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat het CBR, vermoedelijk door de late “veegmelding” pas nadien haar besluit heeft genomen, zodat eisers rijbewijs pas vier maanden na teruggave ervan door de strafraadkamer, door het CBR is geschorst.
Die omstandigheden samen zijn, gevoegd bij de omstandigheid dat eiser als zelfstandige voor het verwerven van zijn inkomen geheel afhankelijk is van het gebruik van zijn auto, ook voor de rechtbank voldoende grond voor het oordeel dat het schorsen van de geldigheid van het rijbewijs na 13 mei 2022 in dit geval niet evenredig is.
Het beroep van eiser is in zoverre gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit, voor zover daarbij de schorsing van het rijbewijs na 13 mei 2022 in stand is gelaten, vernietigen.
Dat oordeel geldt uitdrukkelijk niet voor de maatregel dat aan eiser een onderzoek is opgelegd. De rechtbank ziet in de omstandigheden waaronder is vastgesteld dat eiser met alcohol een auto bestuurde geen aanleiding voor het oordeel dat aan hem geen onderzoek kon worden opgelegd. De omstandigheid dat eiser fel tegen alcohol in het verkeer is, wat daarvan ook zij, geen reden voor een andere conclusie. Het gevolg van deze maatregel is immers slechts dat eiser verplicht werd een onderzoek te ondergaan en daarvan de kosten moest dragen.

Dus conclusie: Schorsing gaat eraf, maar de betrokkene moet het onderzoek wel doen.

The post Opheffen schorsing rijbewijs vanwege werk appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/opheffen-schorsing-rijbewijs-vanwege-werk/feed/ 0
Prikangst voor bloedonderzoek CBR https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/ https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/#respond Mon, 03 Jul 2023 22:40:43 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=2068 Een bloedonderzoek in het kader van de CBR-procedure is verplicht in het kader van de alcoholkeuringen en drugskeuringen (THC-COOH). Maar hoe moet dit nu als de betrokkene leidt aan prikangst. Het CBR heeft hier thans beleid voor geformuleerd; Te overwegen valt om een bloedonderzoek achterwege te laten als: Betrokkene ook al een bloedonderzoek geweigerd had […]

The post Prikangst voor bloedonderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Een bloedonderzoek in het kader van de CBR-procedure is verplicht in het kader van de alcoholkeuringen en drugskeuringen (THC-COOH). Maar hoe moet dit nu als de betrokkene leidt aan prikangst. Het CBR heeft hier thans beleid voor geformuleerd;

Te overwegen valt om een bloedonderzoek achterwege te laten als:

  1. Betrokkene ook al een bloedonderzoek geweigerd had bij de politie wegens angst;
  2. Betrokkene geen uiterlijke kenmerken heeft die deze fobie tegenspreken (bv oorbellen, piercings of tatoeages);
  3. Uit een medische verklaring blijkt van een objectief vastgestelde fobie die een bloedonderzoek onwenselijk maakt;
  4. De keurend psychiater die zelf het bloed afneemt constateert dat afname onwenselijk is.

In deze gevallen kan dan een urineonderzoek worden gedaan.

Werkwijze bij prikangst

Hoe dan om te gaan met deze gevallen indien betrokkene geen bloedonderzoek drugs wil laten doen in het kader van het onderzoek naar de geschiktheid? Logischerwijs kan dit alleen als geldige reden worden overwogen als betrokkene om die reden ook al het bloedonderzoek bij de politie heeft geweigerd. Indien er een uitslag van het NFI is, dan kan het nu ineens om die reden weigeren van een bloedonderzoek geen aannemelijke reden zijn.

Als men vanwege een weigering i.v.m. angst voor naalden door de specialist wordt onderzocht en nu wederom weigert mee te werken aan het bloedonderzoek, dan is daarvoor medisch bewijs nodig.

Gezien het voorgaande is het niet de bedoeling dat dit medisch bewijs bestaat uit een artsenverklaring die louter bestaat uit de verklaring van betrokkene zelf. De arts zal zelf moeten hebben vastgesteld dat sprake is van een naaldenfobie, die dermate ernstig is dat een bloedonderzoek onwenselijk is. Dit kan zijn omdat betrokkene bijvoorbeeld ook niet meer is gevaccineerd of in therapie is geweest voor deze fobie. En daarbij is ook van belang dat de specialist bij het onderzoek let op de aanwezigheid van piercings en tatoeages die een ernstige fobie voor naalden onvoldoende aannemelijk maakt.

Juridisch kader prikangst

In het strafrecht is herhaaldelijk geoordeeld dat er sprake moet zijn van een bijzondere geneeskundige reden op grond waarvan de verdachte niet verplicht zou zijn om aan het bloedonderzoek deel te nemen. Een angst voor naalden valt volgens het Gerechtshof Amsterdam niet zonder meer onder die categorie (ECLI:NL:RBAMS:2018:1794, ECLI:NL:GHAMS:2019:264), waarbij is overwogen dat een huisartsenverklaring ook niet meetelt indien dit alleen een weergave is van wat betrokkene hierover verklaart.

Ook in het bestuursrecht (zie ECLI:NL:RVS:2003:AO0789) wordt bevestigd dat een betrokkene aannemelijk moet maken dat hij om bijzondere geneeskundige redenen geen medewerking aan een bloedonderzoek kan verlenen. Dat is niet het geval als nergens blijkt van objectief vastgestelde medische beletselen om aan het bloedonderzoek mee te werken. De enkele stelling dat iemand angst heeft voor naalden, kan dan ook niet leiden tot de conclusie dat er geen sprake is van een weigering.

Tot nu toe zijn er nog geen uitspraken bekend van het aannemen als reden voor het niet afnemen van bloed dat men bang is voor naalden. Wat wel als geldige reden kan worden aangemerkt voor het niet meewerken aan het bloedonderzoek, is als de arts op het politiebureau merkt dat het afnemen van bloed een dusdanige angstreactie teweegbrengt dat een bloedafname beslist onwenselijk is. Maar dit zijn de gevallen waarin de deskundige dus zelf aanwezig is op het politiebureau.

 

The post Prikangst voor bloedonderzoek CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/prikangst-voor-bloedonderzoek-cbr/feed/ 0
Ondanks geen alcohol, toch verhoogde leverwaarden https://cbr-advocaat.nl/ondanks-geen-alcohol-toch-verhoogde-leverwaarden/ https://cbr-advocaat.nl/ondanks-geen-alcohol-toch-verhoogde-leverwaarden/#respond Wed, 12 Oct 2022 06:10:47 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1986 Het komt voor. Ondanks dat iemand al langere tijd geen alcohol meer drinkt, zijn toch de leverwaarden na een bloedonderzoek steeds verhoogd. Het gaat dan om het Gamma GT en CDT, want daar wordt nog alleen op getest tijdens een bloedonderzoek van het CBR. Maar hoe kan het dat die leverwaarden verhoogd blijven? Uit onderzoek […]

The post Ondanks geen alcohol, toch verhoogde leverwaarden appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het komt voor. Ondanks dat iemand al langere tijd geen alcohol meer drinkt, zijn toch de leverwaarden na een bloedonderzoek steeds verhoogd. Het gaat dan om het Gamma GT en CDT, want daar wordt nog alleen op getest tijdens een bloedonderzoek van het CBR. Maar hoe kan het dat die leverwaarden verhoogd blijven?

Uit onderzoek van het Amsterdam UMC blijkt dat eigen darmbacteriën de oorzaak kunnen zijn voor leververvetting en dus die verhoogde leverwaarden die bij een bloedonderzoek worden aangetroffen. Deze ziekte staat bekend als Non Alcoholic Fatty Liver Disease (NAFLD), niet-alcoholische leververvetting. Het blijkt dat ongeveer  2,5 miljoen Nederlanders kampen met NAFLD.

“Uit onze studie blijkt nu dat bij 40 procent van de NAFLD-patiënten alcohol toch een rol speelt. Alleen gaat het dan om alcohol die gemaakt is door eigen darmbacteriën”, zegt arts-onderzoeker Stijn Meijnikman dinsdag op de site van het UMC.

“Als we levercellen onder de microscoop bekijken, lijken de levercellen van mensen met niet-alcoholische leververvetting erg op die van mensen met alcoholische leververvetting”, vertelt hij verder.

In een van de experimenten kregen proefpersonen een stofje dat de alcoholafbraak in de lever stillegt. Bij patiënten met niet-alcoholische leververvetting leverde deze proef een vijftien keer hoger alcoholpercentage op dan wanneer de lever normaal werkt.

Het effect verdween na toediening van antibiotica. “Dit toont aan dat de grote hoeveelheid alcohol afkomstig is van darmbacteriën”, zegt Meijnikman.

(bron: Lichaam kan volgens studie zo veel alcohol aanmaken dat je vervette lever krijgt | Gezondheid | NU.nl)

 

 

The post Ondanks geen alcohol, toch verhoogde leverwaarden appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/ondanks-geen-alcohol-toch-verhoogde-leverwaarden/feed/ 0
Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/ https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/#respond Sun, 25 Apr 2021 08:01:48 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1947 Het gaat hier om de zogenaamde schrikborrel. Na het ongeval drinkt iemand nog alcohol thuis. Het verweer is dan dat er geen bewijs is dat iemand met het geconstateerde alcoholgehalte heeft gereden, omdat er na het rijden dus nog alcohol is genuttigd. Dit verweer heeft echter geen kans van slagen. In meerdere uitspraken heeft de […]

The post Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het gaat hier om de zogenaamde schrikborrel. Na het ongeval drinkt iemand nog alcohol thuis. Het verweer is dan dat er geen bewijs is dat iemand met het geconstateerde alcoholgehalte heeft gereden, omdat er na het rijden dus nog alcohol is genuttigd. Dit verweer heeft echter geen kans van slagen. In meerdere uitspraken heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bepaald dat de bestuurder, door thuis nog alcohol te drinken, het risico heeft geschapen dat een betrouwbare vaststelling van het alcoholgehalte niet meer mogelijk is. Dit komt voor rekening en risico van de bestuurder (zie o.a. Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:580.

In die uitspraak werd het volgende verwogen:

“Bij het voorgaande neemt de Afdeling in aanmerking dat de omstandigheid dat [appellant], in de periode gelegen tussen het ongeval en het ademalcoholonderzoek alcohol heeft gedronken, niet afdoet aan de bevoegdheid van het CBR om een asp op te leggen. Deze door [appellant] gevolgde handelwijze, waarmee hij zelf het risico heeft geschapen dat een betrouwbare vaststelling van het ademalcoholgehalte niet meer mogelijk was, brengt met zich dat een eventuele discrepantie tussen het gehalte tijdens het besturen en het gehalte ten tijde van de constatering voor zijn rekening en risico komt. Hetgeen [appellant] terzake naar voren heeft gebracht is onvoldoende voor het oordeel dat het CBR dit niet voor rekening en risico van [appellant] heeft mogen laten. De Afdeling verwijst hierbij naar haar uitspraak van 13 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3027.”

The post Thuis nog alcohol drinken na ongeval helpt niet in CBR-procedure appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/thuis-nog-alcohol-drinken-na-ongeval-helpt-niet-in-cbr-procedure/feed/ 0
CBR mag bij verhoogd CDT rijbewijs ongeldig verklaren, ook als de psychiater iemand wel geschikt acht https://cbr-advocaat.nl/cbr-mag-bij-verhoogd-cdt-rijbewijs-ongeldig-verklaren-ook-als-de-psychiater-iemand-wel-geschikt-acht/ https://cbr-advocaat.nl/cbr-mag-bij-verhoogd-cdt-rijbewijs-ongeldig-verklaren-ook-als-de-psychiater-iemand-wel-geschikt-acht/#respond Fri, 11 Dec 2020 16:55:39 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1939 CDT is een belangrijke marker om alcoholmisbruik vast te stellen, omdat dit bijna niet door andere oorzaken verhoogd raakt. Dat is ook de reden waarom het CBR bij een verhoogd CDT het rijbewijs ongeldig mag verklaren, zelfs bij een gunstig rapport van de psychiater. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State […]

The post CBR mag bij verhoogd CDT rijbewijs ongeldig verklaren, ook als de psychiater iemand wel geschikt acht appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
CDT is een belangrijke marker om alcoholmisbruik vast te stellen, omdat dit bijna niet door andere oorzaken verhoogd raakt. Dat is ook de reden waarom het CBR bij een verhoogd CDT het rijbewijs ongeldig mag verklaren, zelfs bij een gunstig rapport van de psychiater.

Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), bijvoorbeeld haar uitspraken van 26 juli 2006 (ECLI:NL:RVS:2006:AY5042) en 29 augustus 2007 (ECLI:NL:RVS:2007:BB2523), volgt dat het CBR in een procedure als deze, waar het gaat om de vraag of verzoeker wel of niet rijgeschikt is, gemotiveerd kan afwijken van een psychiatrisch advies indien het advies van de psychiater niet in overeenstemming is met de wettelijke maatstaf van paragraaf 8.8 van de Regeling. Hiervan kan sprake zijn indien de psychiater adviseert om een verklaring van rijgeschiktheid te verstrekken, terwijl bij de betrokkene sprake is van een verhoogde CDT-waarde in combinatie met een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik (zie met name de genoemde uitspraak van 29 augustus 2007). Bij deze combinatie is immers niet aannemelijk of aangetoond dat het alcoholgebruik is gestopt, wat gelet op paragraaf 8.8 van de Regeling wel is vereist. Bij een verhoogde CDT-waarde in combinatie met een voorgeschiedenis van alcoholmisbruik, moet ervan worden uit gegaan dat dit een gevolg is van alcoholmisbruik, tenzij een andere oorzaak aannemelijk wordt gemaakt (zie ook de uitspraak van de Afdeling van 11 december 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:4155)).

Het CBR blijft, als beslissingsbevoegd bestuursorgaan verantwoordelijk, voor het verstrekken van een verklaring van geschiktheid, al dan niet onder termijnbeperking (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 7 oktober 2020 (ECLI:NL:RVS:2020:2379)).

The post CBR mag bij verhoogd CDT rijbewijs ongeldig verklaren, ook als de psychiater iemand wel geschikt acht appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/cbr-mag-bij-verhoogd-cdt-rijbewijs-ongeldig-verklaren-ook-als-de-psychiater-iemand-wel-geschikt-acht/feed/ 0
Onderzoek mag niet worden opgelegd voor alcoholfeit van voor halen rijbewijs https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-mag-niet-worden-opgelegd-voor-alcoholfeit-van-voor-halen-rijbewijs/ https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-mag-niet-worden-opgelegd-voor-alcoholfeit-van-voor-halen-rijbewijs/#respond Mon, 21 Sep 2020 07:44:08 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1926 Het CBR blijft het proberen, maar het is niet toegestaan: Het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid net na het behalen van het rijbewijs. Het gaat dan bijvoorbeeld om een aanhouding vanwege rijden onder invloed in de periode dat iemand geen rijbewijs had. Vervolgens haalt die persoon alsnog het rijbewijs en kort daarna ontvangt […]

The post Onderzoek mag niet worden opgelegd voor alcoholfeit van voor halen rijbewijs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het CBR blijft het proberen, maar het is niet toegestaan: Het opleggen van een onderzoek naar de rijgeschiktheid net na het behalen van het rijbewijs. Het gaat dan bijvoorbeeld om een aanhouding vanwege rijden onder invloed in de periode dat iemand geen rijbewijs had. Vervolgens haalt die persoon alsnog het rijbewijs en kort daarna ontvangt hij een brief van het CBR dat er een onderzoek naar de rijgeschiktheid is opgelegd en dat tevens de geldigheid van het rijbewijs wordt geschorst omdat de betrokkene destijds nog als beginnend bestuurder moet worden gezien.

De rechtbank Amsterdam heeft nu in een uitspraak van 20 december 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:9391 bepaald dat dit niet is toegestaan. De rechtbank overwoog het volgende:

“Verweerder heeft het besluit genomen naar aanleiding van het feit van 17 mei 2015. Dat betekent dat verweerder in beginsel ook dat feit moest gebruiken als basisfeit om de beslissing op te baseren. Maar het zijn wel twee feiten die mogen meetellen bij de vaststelling van de hoeveelheid overtredingen. In de aangehaalde uitspraak van de Afdeling heeft verweerder geen maatregel opgelegd, omdat verweerder van die feiten niet op de hoogte was gesteld. Daar zat geen bewuste keuze achter, zodat de betrokkene er niet op mocht vertrouwen dat er geen verdere consequenties aan zaten. Die situatie doet zich hier niet voor. Hier doet zich de situatie voor dat eiser in 2013 slechts een AM-rijbewijs had en er daarom op dat moment geen wettelijke basis bestond om een maatregel op te leggen. Eiser kon alleen een boete krijgen. Nu eiser een B-rijbewijs heeft gekregen, kan verweerder dat oude feit niet alsnog als basis voor een maatregel laten gelden bij een nieuw feit. Daarvoor diende het laatste feit, 560 µg/l (1,288 ‰), als basis gebruikt te worden. Dat feit is niet ernstig genoeg voor een onderzoek naar de rijgeschiktheid, maar wel voor een EMA op grond van artikel 11, eerste lid, onder b, van de Regeling. Ook de twee feiten samen zijn dan niet genoeg voor een onderzoek naar de rijvaardigheid, omdat daar drie feiten voor nodig zijn. Op grond van artikel 11, eerste lid, onder c, van de Regeling dient ook dan een EMA te worden opgelegd.”

The post Onderzoek mag niet worden opgelegd voor alcoholfeit van voor halen rijbewijs appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/onderzoek-mag-niet-worden-opgelegd-voor-alcoholfeit-van-voor-halen-rijbewijs/feed/ 0
Eisen onderzoek CDT https://cbr-advocaat.nl/eisen-onderzoek-cdt/ https://cbr-advocaat.nl/eisen-onderzoek-cdt/#respond Tue, 11 Jun 2019 22:10:28 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1889 Voor de beoordeling van de geschiktheid bij de keuringen voor een vermoeden op alcoholmisbruik wordt er bloedonderzoek verricht door diverse laboratoria in het land. Vanaf 01-01- 2019 vindt een verandering plaats voor een van de belangrijkste waarden voor deze keuringen. Voor de CDT methode bestaan er diverse onderzoeken met elke hun eigen normaalwaarden. Vanuit de […]

The post Eisen onderzoek CDT appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Voor de beoordeling van de geschiktheid bij de keuringen voor een vermoeden op alcoholmisbruik wordt er bloedonderzoek verricht door diverse laboratoria in het land. Vanaf 01-01- 2019 vindt een verandering plaats voor een van de belangrijkste waarden voor deze keuringen. Voor de CDT methode bestaan er diverse onderzoeken met elke hun eigen normaalwaarden. Vanuit de klinisch chemici is er gestreefd naar een standaardisatie van het resultaat van deze testen. Deze standaardisatie heeft plaatsgevonden en dit is vastgelegd in een beleidswijziging:

In Clinica Chemica Acta is het volgende artikel over de standaardisatie van de CDT methode geplaatst. De door de NVKC gestelde eisen voor wat betreft de bloedafname:

1. Het laboratorium (zowel het laboratorium waar de bloedafname plaatsvindt als het laboratorium waar het feitelijke onderzoek wordt uitgevoerd) voldoet aan de kwaliteitsnorm ISO15189 en geaccrediteerd te zijn door de RvA.
2. Bloedafname gebeurt door een bevoegde en bekwame medewerker. Bij de bloedafname moet persoonsidentificatie plaats vinden aan de hand van een geldig identiteitsbewijs en moet het nummer van het identiteitsbewijs minimaal een jaar te worden vastgelegd.
3. De CDT-bepaling wordt uitgevoerd met een door de NVKC goedgekeurde methode. Verificatie van de bepalingsmethode als ook de analyse van CDT gebeurt volgens de ISO 15189 norm.
4. De overige bepalingen voldoen aan dezelfde normen als de CDT bepaling.
5. Na de analyse worden de monsters één jaar bewaard bij –20 ºC op het laboratorium waar de analyse werd uitgevoerd. Monsters zijn opvraagbaar door opdrachtgever, cliënt of diens advocaat.
6. Het uitvoerend laboratorium neemt deel aan het kwaliteitsbewakingsprogramma voor CDT, georganiseerd door SKML. De resultaten uit deze controlemonsters mogen maximaal 10% afwijken van de consensuswaarde.
7. Alle gegevens, inclusief die van alle kwaliteitscontrole- en calibratiemonsters, worden minimaal een jaar bewaard.
8. Indien de uitvoering van de CDT bepaling wordt uitbesteed aan een ander laboratorium, moet het verzendend laboratorium zich ervan te verzekeren dat het uitvoerend laboratorium zich aan de geldende Richtlijn houdt.
9. Uiterlijk 1 januari 2019 dienen uitslagen tevens gestandaardiseerd gerapporteerd te worden. Dat betekent dat uitslagen, bovengrens van normaal en afkapwaarde niet meer methode afhankelijk zijn. De gestandaardiseerde uitslagen zijn herkenbaar als CDTIFCC.

Nieuwsbrief keurend specialisten

The post Eisen onderzoek CDT appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/eisen-onderzoek-cdt/feed/ 0
Betrokkene moet alternatieve oorzaak verhoogd CDT aantonen https://cbr-advocaat.nl/betrokkene-moet-alternatieve-oorzaak-verhoogd-cdt-aantonen/ https://cbr-advocaat.nl/betrokkene-moet-alternatieve-oorzaak-verhoogd-cdt-aantonen/#respond Sat, 05 May 2018 22:59:13 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1862 Het is aan een betrokkene zelf om aannemelijk te maken dat hij tot een kleine minderheid van personen behoort bij wie een verhoogde CDT-waarde een andere oorzaak heeft dan alcoholmisbruik (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB2523). De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het […]

The post Betrokkene moet alternatieve oorzaak verhoogd CDT aantonen appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Het is aan een betrokkene zelf om aannemelijk te maken dat hij tot een kleine minderheid van personen behoort bij wie een verhoogde CDT-waarde een andere oorzaak heeft dan alcoholmisbruik (vergelijk de uitspraak van de Afdeling van 29 augustus 2007, ECLI:NL:RVS:2007:BB2523). De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het CDG-syndroom heeft. Uit de in bezwaar door [appellant] overgelegde brief van internist-infectioloog Ellebroek volgt dat Ellebroek geen alternatieve verklaring voor de verhoogde CDT-waarde heeft kunnen vinden. [appellant] heeft met die brief niet aannemelijk gemaakt dat de verhoogde CDT-waarde een andere oorzaak heeft dan alcoholmisbruik en hij heeft dat ook anderszins niet aannemlijk gemaakt. Gelet op het voorgaande bestaat geen grond voor het oordeel dat het CBR [appellant] een alternatief onderzoek had moeten aanbieden (RvS, 21 maart 2018, ECLI:NL:RVS:2018:982)

The post Betrokkene moet alternatieve oorzaak verhoogd CDT aantonen appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/betrokkene-moet-alternatieve-oorzaak-verhoogd-cdt-aantonen/feed/ 0
Bayesiaanse alcoholtest voor vaststellen alcoholmisbruik CBR https://cbr-advocaat.nl/bayesiaanse-alcoholtest-vaststellen-alcoholmisbruik-cbr/ https://cbr-advocaat.nl/bayesiaanse-alcoholtest-vaststellen-alcoholmisbruik-cbr/#respond Thu, 15 Mar 2018 11:53:31 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1848 Psychiaters moeten bij twijfel gebruik maken van de Beyesiaanse alcoholtest om vast te stellen of er sprake is van alcoholmisbruik in het kader van het CBR onderzoek naar de rijgeschiktheid.  Bayesiaanse alcoholtest Een bayesiaans systeem maakt de beantwoording van de volgende vragen mogelijk: stel we weten de uitslagen van een aantal diagnostische testen, wat is […]

The post Bayesiaanse alcoholtest voor vaststellen alcoholmisbruik CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Psychiaters moeten bij twijfel gebruik maken van de Beyesiaanse alcoholtest om vast te stellen of er sprake is van alcoholmisbruik in het kader van het CBR onderzoek naar de rijgeschiktheid

Bayesiaanse alcoholtest

Een bayesiaans systeem maakt de beantwoording van de volgende vragen mogelijk: stel we weten de uitslagen van een aantal diagnostische testen, wat is dan de kans dat een individuele patiënt lijdt aan een bepaalde ziekte? Een dergelijke Bayesiaans systeem voor het aantonen van stoornissen in het gebruik van alcohol is gevalideerd (Korzec et al., 2005; Korzec
en Kieviet, 2009; Gisolf et al., 2006). Het is hierbij aangetoond dat dit systeem (BAT-D) meer accurate diagnostiek oplevert dan het gebruik van biochemische markers alleen (voor aanvullende informatie: www.batDiag.org). Omdat geen enkel symptoom of biochemische test op zichzelf het bewijs kan leveren voor het bestaan van een stoornis in het alcoholgebruik, is de
beste strategie om een bewijs te construeren als volgt.
1 Combineer gegevens met een hoge specificiteit.
2 Neem nota van verstorende factoren en houd rekening met de kans
dat die verstorende factoren het resultaat beïnvloeden; let met name
op de mogelijkheid van steatosis hepatitis.
3 Houd rekening met het diagnostisch venster van de diagnostische test

Er zijn aanwijzingen dat een bayesiaanse combinatie van onderzoek (Bayesiaanse Alcoholisme Test-D) dat bestaat
uit laboratoriumtesten en vragenlijsten de hoogste diagnostische waarde heeft voor het diagnosticeren van een stoornis in het gebruik van alcohol en alcoholafhankelijkheid, zo geeft de Richtlijn diagnostiek van stoornissen in het gebruik van alcohol in het
kader van CBR-keuringen op p. 67 aan.

Hoe werkt de Bayesiaanse alcoholtest

De Bayesiaanse alcoholtest (Bayesian Alcoholism Test, oftewel BAT) is een expert systeem waarin informatie uit bloedtests, lichamelijk onderzoek en een gesprek met de mogelijke drankmisbruiker wordt ingevoerd. Het computerprogramma analyseert de uitkomsten van deze reeks testresultaten en weegt deze mee voor de einddiagnose. Deze einddiagnose is een kans: hoe waarschijnlijk is het dat de onderzochte persoon alcoholist is. Verder geeft het systeem ook de kans op leverziektes en diabetes.

De benodigde data voor de Bayesiaanse alcoholtest zijn dus:
– prevalentie van aandoeningen
– prevalentie van klinische tekens
– conditionele kansen tussen ziektes en testen

Meer informatie Bayesiaanse alcoholtest

Meer informatie over de Bayesiaanse alcoholtest vindt u hier:

Confirming alcoholism in drivers under influence (A. Korzec)

Bayesiaanse statistiek in de rechtspraak

The post Bayesiaanse alcoholtest voor vaststellen alcoholmisbruik CBR appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/bayesiaanse-alcoholtest-vaststellen-alcoholmisbruik-cbr/feed/ 0
3 aanhoudingen alcohol, EMA gevolgd, met onderrapportage obv geringe pakkans voldoende voor alcoholmisbruik https://cbr-advocaat.nl/3-aanhoudingen-alcohol-ema-gevolgd-onderrapportage-obv-geringe-pakkans-voldoende-alcoholmisbruik/ https://cbr-advocaat.nl/3-aanhoudingen-alcohol-ema-gevolgd-onderrapportage-obv-geringe-pakkans-voldoende-alcoholmisbruik/#respond Tue, 05 Dec 2017 11:58:19 +0000 https://cbr-advocaat.nl/?p=1814 Normaal gesproken is de enkele recidive onvoldoende voor de diagnose alcoholmisbruik. Evenwel heeft de kleine kamer van de Afdeling in de uitspraak van 22 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3212 nu geoordeeld dat 3 aanhoudingen, en het eerder gevolgd hebben van een EMA, wel tot de diagnose alcoholmisbruik kan leiden, in combinatie met een onderrapportage (die wordt afgeleid uit […]

The post 3 aanhoudingen alcohol, EMA gevolgd, met onderrapportage obv geringe pakkans voldoende voor alcoholmisbruik appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
Normaal gesproken is de enkele recidive onvoldoende voor de diagnose alcoholmisbruik. Evenwel heeft de kleine kamer van de Afdeling in de uitspraak van 22 november 2017, ECLI:NL:RVS:2017:3212 nu geoordeeld dat 3 aanhoudingen, en het eerder gevolgd hebben van een EMA, wel tot de diagnose alcoholmisbruik kan leiden, in combinatie met een onderrapportage (die wordt afgeleid uit de 3 aanhoudingen in relatie tot de geringe pakkans).

De Afdeling overweegt als volgt:

“Naar het oordeel van de Afdeling wordt de door beide psychiaters gestelde diagnose alcoholmisbruik in ruime zin in dit geval, gelet op de hoge frequentie van aanhoudingen, het relatief korte tijdsbestek waarin deze plaatsvonden en de omstandigheid dat [appellant] de EMA heeft gevolgd, gedragen door de aan die diagnose ten grondslag gelegde bevindingen. [appellant] is binnen twee jaar na het volgen van een EMA opnieuw, voor de derde keer in relatief korte tijd, op verdenking van rijden onder invloed aangehouden, terwijl een persoon die een cursus heeft gevolgd geacht mag worden zich op dit gebied bewuster te gedragen. Gelet op het tijdens het eerste onderzoek door [appellant] verklaarde drinkpatroon en het feit dat hij ondanks een geringe pakkans in de afgelopen jaren desalniettemin meermalen onder invloed van alcohol als bestuurder van een motorvoertuig is aangehouden, heeft de rechtbank voorts terecht overwogen dat geen reden bestaat te twijfelen aan de juistheid van de in het eerste verslag neergelegde conclusie dat onderrapportage waarschijnlijker is dan toeval. De enkele, niet nader onderbouwde stelling van [appellant] dat hij in het jaar voor de laatste aanhouding ten minste twintig keer is gecontroleerd op het gebruik van alcohol in het verkeer, is onvoldoende om aan de juistheid van die conclusie te twijfelen. Gezien het samenstel van vorenstaande feiten en omstandigheden bestaat geen grond voor het oordeel dat de conclusie alcoholmisbruik in ruime zin in dit geval niet gerechtvaardigd was.”

The post 3 aanhoudingen alcohol, EMA gevolgd, met onderrapportage obv geringe pakkans voldoende voor alcoholmisbruik appeared first on CBR-Advocaat.

]]>
https://cbr-advocaat.nl/3-aanhoudingen-alcohol-ema-gevolgd-onderrapportage-obv-geringe-pakkans-voldoende-alcoholmisbruik/feed/ 0